Verstoppen…
Dat is wat er gebeurd. Dat is wat er altijd gebeurd. Dat is, wat er ís. Al zo lang dat er niets anders meer gekend is.
Al heel mijn ‘leven’ probeer ik te overleven… door mij te verbergen.
Smoke and mirrors. Als een kameleon tussen de massa, de kleuren van de massa overnemend.
Niet omdat ik wil, omdat ik niet anders kan. Omdat dat is wat er geleerd is. Omdat dat is wat er geconditioneerd is. Dat is wat er moest gebeuren om te kunnen overleven.
Deed ik het niet, werd ik afgestraft. Wie dan ook, door wie dan ook, afgestraft. Overleven om te kunnen overleven. Verstoppen wie ik is om te kunnen overleven.
Dus deed en doe ik, ben ik, wat ik denk dat anderen nodig hebben. Wat van mij wordt verwacht. Wat ik denk dat van mij wordt verwacht. Al zo lang dat er geen enkel idee meer bestaat over wie ‘ik’ is.
Het maakt dat ik heel eenzaam is. Eenzaam en leeg.
Die leegte, is niet langer meer te dragen, en ik kan, en wil mij niet meer verstoppen. Maar ik weet niet hoe ik mij moet tonen. Of ik mij zelfs mág tonen. Weet ook totaal niet (meer) wie ik echt is. Maar ben ook bang. Bang om ook maar iets achter de glimlach te tonen. Nog eens iets van mezelf te tonen. Want de ervaring van afgestraft te worden als je jezelf (nog maar) probeert te tonen is pijnlijk. Vroeger en nu. Dat hebben recentelijke ervaringen nog eens heel duidelijk gemaakt.
Er leeft enkel wantrouwen, en terecht!, naar mensen toe. Naar alle mensen toe!
Elke keer dat daar pogingen worden in ondernomen om andere ervaringen op te doen wordt snel heel duidelijk gemaakt dat die ‘terecht’, terecht is en nog steeds terecht blijft.
De immense behoefte echter, om de leegte te doorbreken, om rust te vinden, op welke manier dan ook, maakt mij kwetsbaar. Want onder andere eenzaamheid en wanhoop zijn vruchtbare bodems voor zelfbedrog.
En die zorgen dat, in die levensnoodzakelijkheid om die leegte te doorbreken, de gevaren graag uit het oog worden verloren. Je jezelf graag wil wijsmaken dat de realiteit niet is wat ze is.
Merken dus, dat de grote nood om mij niet langer te willen verbergen, de behoefte naar connectie, naar hechting, mij ook ontzettend kwetsbaar maakt, maakt het er niet makkelijker op.
Ik geraak er maar niet uit of er al dan niet onder een pseudoniem moet worden geschreven.
Er is immens te veel onenigheid over.
Daarom ook dat dit blog nog steeds niet ‘open’ gegooid is.
Het staat on-line maar behalve mezelf is er maar één ander iemand buiten mij die weet heeft van het bestaan van dit blog.
Wat ik dus kan, is mij verstoppen. Maar dat wil ik niet meer. Toch beangstigd het mij enorm om uit de schaduw te treden. Niet alleen omwille van het immense wantrouwen, of omdat doorbreken wat je al heel je leven doet allesbehalve evident is, maar ook omwille van het grote taboe.
Wordt er onder een pseudoniem geschreven geeft dat een grotere veiligheid maar brengt dat ook wel een veel grotere beperking met zich mee.
Je zou kunnen denken dat het net omgekeerd is maar dat is het dus niet. Schrijven onder een pseudoniem brengt hier met zich mee dat er niet de openheid kan worden gehanteerd die met dit blog betracht zou willen worden. Er gaat te veel moeten worden gemodereerd om volledige anonimiteit te bewaren dan. Het moeten weglaten van bepaalde ‘details’ dan, kan zorgen dat bijvoorbeeld de context niet ten volle kan worden begrepen. Wat toch wel als heel belangrijk wordt ervaren en een reden is waarom deze blog tot stand is gebracht. Want nog meer dan sowieso al altijd het geval is, laat het dan nog meer ruimte voor ongegronde interpretaties.
Ook is het dan niet mogelijk om bijvoorbeeld verwijzingen van of naar andere sociale media mee aan de site te koppelen. Toch niet degene die privé worden gebruikt. In de anonimiteit blijven, denk ik, heeft ondanks het grote, gróte voordeel van de veiligheid, geen verandering in zich. Wat niemand helpt. Zeker mezelf niet want dan kan ik gewoon verder blijven doen wat er al altijd wordt gedaan: mij verstoppen.
Toch is uit de schaduw treden niet zo evident. En absoluut niet enkel omwille van die veiligheid.
Schaamte speelt ook een rol. Net zoals angst, het diepgewortelde geconditioneerde gevoel van waardeloosheid, een totale nutteloosheid, zelfhaat, … om maar enkele te noemen.
Maar ook iets heel nieuw dat meespeelt sinds er hulp is gevraagd: het Taboe!
En dit is een allesbehalve te onderschatten factor!!
Het is niet te omschrijven hoe zwaar de stigma’s doorwegen die gepaard gaan met een diagnose.
Zélfs binnen de ggz zelf!!
Het is sowieso al heel moeilijk voor mezelf om mezelf ook maar enige waarde te proberen geven, laat staan dat de vooroordelen van de maatschappij ook dáár nog eens extra gewicht op leggen.
Maar het is wel zo. Er is geen ontkomen aan. Zelfs al hoor je mooie praatjes dat iedereen waarde heeft en evenwaardig is, de praktijk is heel anders. Van de moment dat je hulp vraagt ben je zwak (ook al wordt er gezegd dat het sterk is) en heb je niet meer dezelfde waarde. Je wordt (voor zover het al zo niet was) een patiënt, een zieke, een nummer, een statistiek, … een stoornis… Je mening telt totaal niet meer en elke geloofwaardigheid ben je kwijt.
Als je nog geen minderwaardigheidscomplex had, krijg je het zonder verpinken gratis van de hulpverlening in de ggz. Ik denk dat dát op het moment hetgeen is dat mij nog het meest weerhoudt om niet onder een pseudoniem te schrijven.
Want die stempel geldt niet enkel binnen de psychiatrie. Absoluut niet.
Overal ben je plots nog één ding: een paria.
Voor mezelf kan ik zeggen dat het mij nog dieper in isolement heeft geduwd. Mij uit eigenbehoud net nog meer doet afsluiten van alles en iedereen. Terug naar die immense verschrikkelijke leegte. Wat ik absoluut niet meer wou. Waar uit zelfbehoud een kille donkerte roept naar rust.
Ik weet niet wat het beste is voor iedereen.
Hg80 © MMXX