“Mag ik eens iets heel raars zeggen”, opperde hij, “ik hoop dat deze crisis nog een tijdje aanhoudt”, vervolgde hij zonder op antwoord te wachten.
“Langs een kant weliswaar want los van alle nare empathische gevolgen die we steeds te sterk ervaren ontneemt het ons nu ook veel misvatte vanzelfsprekendheden die we toch ergens nog als vrijheden bestempeld zagen. Ook al weten we beter en wisten we dat al langer dat het eigenlijk maar misvattingen zijn. Zoals het zogenoemde kunnen gaan en staan waar we willen. Wat nooit echt waar is in deze wereld. Zie maar naar al die jammerlijke wezens die vluchtelingen worden genoemd. In hoeverre geldt voor hún dat de wereld voor iedereen is en je kan gaan en staan waar je wil. Waar is die zogenaamde menselijkheid voor díé mensen dan? Maar toch missen we het ergens ook wel om naar de Ardennen of zo te gaan, niet?
Maar langs de andere kant mag die crisis van mij dus wel nog even aanhouden want ondanks dat we zover weg zijn nu, ondanks dat we weer zo zwaar aan het dissociëren zijn, zijn we wel enorm veel aan het leren hé.
Dát kan je al zeker niet ontkennen.
Vooral over mensen. Over mensen, de maatschappij en hoe mensen functioneren in zo’n maatschappij. In zo’n op maat geconstrueerde heerschappij. Over democratie ook. Over dat er eigenlijk meer ‘demon’ dan ‘gratie’ in zit. Al hebben de twee flauwe woordspelingen die ik nu maak er eigenlijk niets mee te maken, ik weet het, maar ze hebben er wel iets van en ze doen je wel nadenken nu hé.
Jaja,… ik weet het, onze ervaringen spelen ons parten. Maar hoe kan het ook anders als dát onze ervaringen zijn? Én, ze nog steeds bekrachtigd worden! Wat anders is dan realiteit, dan wat interactie met die wereld is en ons dus leert? Zelfs al kunnen we, en doen we het ook, vanuit zoveel verschillende perspectieven zien, met zoveel verschillende standpunten en denkpistes rekening houden…
De realiteit ís de realiteit die we ervaren ín interactie mét de wereld!
Op een bepaald moment dien je de rode draad die overal doorheen loopt toch te onderkennen, niet? Je kan die niet blijven negeren. Niet blijven doen alsof die er niet is.
Enkel en alleen omdat je hunkert naar veiligheid, geborgenheid, waardering, erkenning,… bestaansrecht…
Neen. Op een bepaald moment moet je die rode draad, die doorheen heel ons bestaan loopt, en nog steeds wordt bevestigd, onder ogen durven komen: Jij hébt geen bestaansrecht! Wij, hebben geen bestaansrecht! Geen waarde. En al die noden waar je zo naar hunkert, koortsachtig naar zoekt, zul je nooit vinden! Niet in deze wereld. En een andere is er niet.
Al je hoop, al je verwachtingen zijn kinderlijke verlangens die gestoeld zijn op infantiele dromen.
Op voorgekauwde illusies die dat geloof in hoop moeten bewerkstelligen. Conditionering van bij de paplepel, meer is het niet. Een ultieme fantasie om te koesteren, een natte droom om naar te verlangen onderweg naar de slachtbank. Een geconditioneerde hersenschim om je blind te houden voor die rode draad. Voor de realiteit: Dat jij geen bestaansrecht hebt! Dat wij geen bestaansrecht hebben! Dat “ik” daardoor geen bestaansrecht heeft!
En dát, is waarom deze crisis voor mij part nog even mag blijven duren. Omdat hij ons zoveel duidelijk maakt. Omdat die crisis ons leert om ons niet langer blind te staren. Ons leert om naar die rode draad, naar onze ervaringen te kijken. Ons zoveel leert over de wereld, over mens én maatschappij en hoe die mens opereert ín die maatschappij.
Over de verlangens die we zelf koesteren, de noden die ons drijven,… Vals of niet…
Deze crisis ons zoveel duidelijk maakt over onszelf!
Daardoor nogmaals wordt bewezen dat wij hier geen plaats hebben. Dat wij, als in “ik”, bestaande uit al die delen, dus ook jij, mét al die delen, hier géén waarde hebben. Geen bestaansrecht! Dat die gekoesterde illusies van hoop -en ik weet dat je niet de enige bent- niet meer zijn dan het gemis aan die noodzakelijke kinderlijke verlangens naar warmte, geborgenheid, veiligheid, etc… die er hadden moeten zijn, maar er nooit geweest zijn en ook nooit zullen zijn. Is dat niet al duidelijk genoeg geworden in Sint Niklaas? Als zelfs hulpverleners dan van altijd altijd maken… welke bewijzen wil je dan nog meer?
Deze crisis mag dus voor mij, langs een kant dus, nog wel even aanhouden want hij leert en bewijst dat die illusies niet meer zijn dán illusies. En jullie kinderlijke verlangens dus ook.
Maar hey, hou maar vast aan je verlangens. ík, zal je die niet ontnemen. Je moet míj niet geloven. Je zal zelf wel zien. Niet nu. Nog niet. Maar ná de crisis zal je wel zien dat ik gelijk had.”
Zonder te wachten op antwoord of mij nog een blik waardig te gunnen draaide hij zich om en verdween uit het zicht. Net zoals hij verschenen was. Zoals ze altijd doen. Het ene moment was hij er, het andere niet meer.
Voor me uit starend in die eindeloze ruimte waarin ik me bevind zinderen zijn woorden nog na en doen me huiveren.
Ze maken me diep, diep bedroefd… maar ergens… ergens weet ik dat hij gelijk heeft. Wankelend kom ik overeind en terwijl ik diep in gedachten verzonken de witte leegte weer doorslenter hoop ik vurig, ergens, dat, langs een kant, deze crisis snel voorbij zal zijn.
n! © MMXX