Vrijdag, 30 juli 2021

04:01

 

Maandag ll. was er met een tekst begonnen in het dagboek. 

Een tekst over een gedachte. 

Een ‘epifanie’-momentje dat we begonnen uit te werken. 

 

Dat ‘momentje’ willen we graag proberen delen. 

Ook al is het iets dat ons triggert. 

Niet alleen die gedachten, maar ook het willen delen op het blog triggert ons. 

Maar.. 

Het proberen uitwerken, en het delen op het blog, zijn de ‘stapje per stapje’ waar we in het vorige bericht over spraken. 

 

Het is niet evident voor ‘mij‘ om dit te doen.

Het is zelfs zo absurd moeilijk dat het bijna aan het belachelijke grenst.

 

Maar trauma is natuurlijk niet belachelijk.

Rationeel gezien weet ik dat wel.

 

Toch, om zó diep getraumatiseerd te zijn dat je eigen eigenschappen .. je eigen denken, je eigen gevoel, je eigen identiteit.. een bedreiging voor je eigen integriteit is gaan vormen, valt bijna niet uit te leggen.

Om dat dan toch te proberen..

Tja, … ik kan enkel hopen dat het wat bevattelijk zal zijn.

Want ik moet het proberen. Wíl het proberen.

Want ‘ik’ ben de impasse waarin we zitten, de sterkte van de dissociatie, die steeds weer verder toeneemt, meer dan beu.

Ik hoop dat het wat deftig genoeg uitgewerkt is om te kunnen volgen.

Hier gaan we dan.

 

Maandag, 26 juli 20210

08:24

 

Om de een of andere reden, op de een of andere manier leidden mijn jongste bezoeken aan de bibliotheek steeds naar de afdeling filosofie. 

Ik merkte dat ik de boeken bekeek. 

De ruggen, de voor- en achterkaften, en er af en toe ook de inhoudstafel op nasloeg. 

Vele namen kende ik, ofschoon ik nooit filosofie (be)studeerde. 

Vele andere waren me totaal onbekend. 

“‘Grote’ namen, van ‘grote’ denkers”, bedacht ik mij, “maar waarom?”

“Waarom denk ik dat?” en “Waarom sta ik hier?”

Toch verliet ik de bibliotheek steevast met andere boeken in mijn rugzak. 

Boeken uit andere regionen, uitgestald onder andere pictogrammen. 

 

Ik moest graven! Diep in mezelf graven, en ik had geen tijd om af te dwalen. 

Geen tijd meer om nog over wereldbeschouwende onbenulligheden te contempleren. 

Om te fantaseren..

De tijd drong, en ik moest proberen om antwoorden te vinden. 

Dat moest!

Vooraleer die dissociatie weer zulke proporties zou aannemen, dat ik weer volledig van mijn binnenwereld zou worden afgesloten. 

 

Om te overleven moesten we ons focussen. 

Moest ik proberen om iedereen zich te laten concentreren op het vinden van de juiste woorden. 

Zodat we die psychologe en die psychiater ons nog zouden kunnen laten helpen. 

 

Die mechanismen, die overlevingsstrategieën, moesten doorbroken worden!

Als we nog willen overleven, moeten die doorbroken worden. 

 

Die mechanismen ‘leven’ ons. 

Houden ons denken en onze reacties vast in trauma. 

In traumatisch functioneren, dissociatief functioneren.. dissociatie… ver, ver weg..

 

… houden ons in functioneren … overleven … traumatisch denken … trauma … hoe? … waarom? … denken … trauma … functioneren … trauma … trauma … trauma …

 

Ik bevond mij weer op de afdeling filosofie. 

Starend naar het pictogram. 

Een zwart gekleurde schaduw van een hoofd op een mauve-violette achtergrond gedrapeerd. 

Een groot wit vraagteken prijkt over de lengte van het hoofd. 

 

Om onduidelijke reden moest ik terugdenken aan een van de laatste boeken die ik las:

‘Te intelligent om gelukkig te zijn’ van Jeanne Siaud-Facchin. 

Het boek gaat over hoogbegaafdheid, en verhaald ook de problemen die hoogbegaafden (kunnen) hebben in de wereld. 

Ik las dat boek omdat het me onrechtstreeks was aanbevolen. 

Tijdens de zoektocht van de voorbije vier jaar werd door hulpverleners, en anderen, steeds opnieuw een aantal zaken gesuggereerd. 

Onbeduidende zaken op het eerst zicht. (Misschien nog het meest voor mezelf)

Ik denk dat die hulpverleners, elk apart, daar zelf ook niet dieper op zijn ingegaan. 

Het waren maar terloopse suggesties, wil ik graag geloven. 

Iets dat ze vaststelden, of dachten vast te stellen. 

Misschien zelfs gewoon om ons een positief ‘gevoel’ te proberen geven. 

-Al is dat ‘positief’, of ‘negatief’ for that matter,  waarschijnlijk eerder een eigen, subjectieve projectie.-

Of misschien zelfs gewoon om ons te paaien, zodat we wat meer prijs zouden geven. 

Wantrouwen hé..

 

Maar.. omdat ‘ik’ zoveel ben doorgeschoven die voorbije vier jaar, als ware we een hete patat, en elk van die hulpverleners, afzonderlijk van elkaar, diezelfde ‘kenmerken’ suggereerden, ben ik daar op een gegeven ogenblik toch zelf dieper gaan in graven. 

 

Hoogsensitiviteit en hooggevoeligheid zijn twee van die kenmerken, meestal aangeboren persoonlijkheidseigenschappen weet ik nu, die maar steeds herhaald werden waar het ons betrof. 

Door die herhaling ben ik dat dus verder gaan uitpluizen. 

En via die piste, waarin een in de lage landen erkende autoriteit op het vlak van hoogsensitiviteit dat boek van Siaud-Facchin als interessante leesvoer voorstelde op haar sociale media, maar vooral ook door dat herhaaldelijk suggereren van die hulpverleners, elk apart, ben ik dus ook die piste verder gaan exploreren. 

‘Intelligent’, ‘intelligentie’, ‘hoogbegaafdheid?‘ ..

Ook al geloof ik het zelf niet, wil ik dat nog steeds zelf heel graag van tafel vegen, ik ben er wel gaan in zoeken omdat elke piste uitgezocht moet worden. 

 

Ik zie mezelf niet als intelligent. Laat staan als hoogbegaafd. 

Toch kan ik er niet naast dat ongeveer 80% van wat er in dat boek beschreven staat op ons van toepassing is.

En dat de overige 20%, die ‘niet in overeenstemming’ is, overduidelijk aan trauma gerelateerd ‘anders’ is. 

 

Ik heb het daarom ‘anders-denkend’ genoemd. 

Niet intelligent, niet hoogbegaafd. 

Gewoon anders-denkend. 

Omdat ‘ik‘ het niet ‘verwerkt‘ krijg als ik het onder de correcte noemer plaats.

 

En terwijl ik daar dus naar dat pictogram stond te staren, niet wetend waarom ik daar weer naartoe was geleid, bedacht ik mij dat het net dát was dat we al een hele tijd, voorzichtig probeerden te verwoorden. 

Dat ‘anders-denken‘. 

Dat zo compleet anders denken, al heel ons bestaan lang. 

Waardoor we ook nooit geen aansluiting hebben kunnen maken met anderen. 

Ons altijd heel alleen voelen staan hebben. En nog. 

Alleen.., in een diep pijnlijke eenzaamheid. 

En dat dus net dát, die grote voorzichtigheid waarmee we dat ‘anders-denken’ steeds opnieuw trachten te verwoorden, traumagerelateerd is. 

Zwaar getraumatiseerd is. 

 

Denken, ons denken, ons ‘anders’ denken .. dáár zijn we bang voor om dat (nog) te tonen. 

Omdat ook dát, ons steeds uitgesloten heeft van ‘de groep’.

Wat als sociaal dier, als ‘mens?’, als levensbedreigend wordt beschouwd. 

Niet alleen die fragmentatie dus, die daardoor al zoveel verschillende perspectieven met zich meebrengt dat die zelfs moeilijk of niet op één moment te verwoorden zijn, heeft het ons moeilijk gemaakt om aansluiting te vinden. 

Maar dus ook, en misschien zelfs vooral, omdat die ‘persoonlijkheidskenmerken’, zo besef ik nu, doorheen ál die fragmenten aanwezig zijn. 

Persoonlijkheidseigenschappen dus, die door onze ervaringen, door trauma, als ‘gevaar‘ worden gepercipieerd.

(Dat is dus als we er vanuit gaan dat door wat ik nu gelezen heb en eigenlijk niet meer kan ontkennen werkelijk klopt hé. Ik zeg toch dat ik het moeilijk heb met dat te aanvaarden.)

Omdat elk denken, elk gevoel, elke perceptie… , van elk ‘fragment’… , altijd en door iedereen in mijn omgeving verweten is als onbenullig. Als vals, verkeerd..

Als fout.

Als fantasie…

 

En ook nog eens zwaar afgestraft is geweest als we het toch eens uitten. 

Wat zó traumatisch is (geweest) dat zelfs in die door trauma gefragmenteerde identiteit, die identiteiten zelf, elk afzonderlijk, getraumatiseerd zijn. 

Zo hevig zelfs dat denken, voelen, waarnemen,…  elk denken, voelen, percipiëren.. van welk deel dan ook.. , als een gevaar voor de ‘eigen’ integriteit is geworden.

Zelfs als levensbedreigend wordt beschouwd. 

Wat daarom dus ten alle tijden en ten koste van eender wat vermeden, en als het echt niet anders kan verborgen, moet worden. 

Vermijden als het kan. 

Proberen vernietigen is nog beter. 

Laat staan het nog te tonen of te uiten. 

Maar.. ‘ik‘ besef nu dat dat denken, voelen, opmerken.. altijd aanwezig is.

 

Altijd aanwezig is geweest. 

Hoe hard ik ook gepoogd heb om het zelf te vernietigen. 

Om dat niet meer te laten bestaan…

En ik kan daar eigenlijk niet meer naast met wat ik nu allemaal gelezen en uitgespit heb. 

Ik heb dat, eerlijk gezegd, nooit gekunnen, denk ik. 

Ook al probeer ik dat ten alle tijden te ontkennen. Vooral voor mezelf ondertussen, denk ik.

Ergens diep vanbinnen leidt dat denken mij ook, denk ik. 

Heeft net dat anders-denken ‘mij’ altijd geleid. 

Als een soort intuïtieve kracht, denk ik. 

Natuurlijk zijn nog steeds al die trauma’s daar. 

Daar kan ik niet omheen. 

Maar ik denk nu dat wel eens net dat ‘anders-denken’, samen met die hoogsensitiviteit en die hooggevoeligheid dus, waarvan ik nu weet dat die aangeboren zijn, kern zijn, en dus aanwezig in al die fragmenten, ‘mij’ juist door alles door hebben doen surfen. 

-Al is surfen misschien niet het juiste woord want het impliceert een zeker gemak dat voor mijn binnenwereld absoluut niet geldt dan. Maar langs de andere kant begrijp ik nu wel dat het dissociatief functioneren er voor de buitenwereld wel zo heeft uitgezien. En nog trouwens.-

Zij het, omdat dat denken als zó levensbedreigend wordt beschouwd, in dissociatie. 

In constante dissociatie. 

Omdat ik mezelf trigger in dat denken, in die persoonlijkheidskenmerken, dus ook in die hsp enz..

Mezelf dus trigger in ‘mijn’ identiteit(en).

Ik, trigger mezelf dus.. door ik.

Door ‘mijn’ ervaringen hoe er met ‘ik’ is omgegaan..

Gewoon‘, omdat we anders waren, anders zijn..

Anders dachten, voelden, waarnamen..

‘Ik’ trigger mezelf, door hoe er met mij, met ons, is omgegaan. Op verschrikkelijke manieren.

Niet in het minst door dissociatie.

Door afstand te nemen van mezelf.

Weg zijn, ik moet weg zijn, van mezelf.

Want ik, betekent voor mijn brein, gevaar.

Omwille van die hoogsensitiviteit, die hooggevoeligheid, én dat ‘anders-denkend’. 

Omwille van hoe er dus met ‘mij’ is omgegaan, omwille van ‘ik’. 

Tja…

Dus, omdat je jezelf onbedoeld triggert, ‘gewoon‘, omdat je geconditioneerd bent om al wat je zelf bent, fysiek én mentaal, als levensbedreigend te zien, maar daar niet kan van gaan lopen.. trigger je jezelf constant.

Daarnaast echter heb je, zoals elk ander sociaal dier, ook nog eens bepaalde verlangens, drijfveren, noden…

Maar ook die vormen ergens een bedreiging denk ik.

Je verlangens, je echte verlangens, als sociaal dier, mogen niet geuit worden want dan worden die ‘kenmerken’ ook duidelijk.

Die fragmentatie, maar vooral ook dat ‘anders-denken’, dat voelen, dat zintuiglijk waarnemingsvermogen..

Dus verberg je jezelf, achter een leeg glimlachend masker, en maak je jezelf wijs dat je aansluiting vindt.

Zoek je ‘veiligheid’, ‘erkenning’, enz.. in ‘de groep’, die ook als gevaarlijk wordt beschouwd want net daarin ben je getraumatiseerd, in mensen, terwijl je jezelf moet verbergen achter een masker.

Jezelf een vals gevoel van ‘vervulling’ van die noden gevend. Of zoiets.

Misschien kan ik het voorstellen als navigeren met het kompas van Jack Sparrow. 

Alleen is het diepste verlangen, datgene dus waar het kompas naar wijst, getraumatiseerd en dus ‘verkeert’. 

Toch kan je om de een of andere manier niet anders dan dat kompas volgen. (Verlangens, behoeften, driften, noden, ..?)

Maar de ‘hoe’, van welk eiland naar welk eiland om het zo te zeggen, is dan iets dat ‘onderhuids’ leidt. 

Die ‘hoe’, zijn dan die aangeboren persoonlijkheidseigenschappen, dat anders denken, die hsp..

Maar het mag dus niet geweten zijn dat die ‘hoe’ mee leidt.

En niet alleen voor de buitenwereld.

Dat kompas mag dat ook niet weten, omdat die ‘hoe’ dus als levensbedreigend wordt beschouwd. 

Dus moet dat ergens onbewust. 

Maar die ‘hoe’ is altijd aanwezig. Sterk zelfs. 

En ergens weet dat kompas dat. 

Vecht dat daar dan ook nog is tegen. 

Ergo, dissociatie..

Als we dat nu op ‘vandaag’ proberen plakken, op waar dat kompas ons dus naartoe wil leiden, zou dat dus het doorbreken van die traumatische overlevingsstrategieën kunnen zijn maar dat we dus net door die trauma’s de ‘verkeerde’ richting uitvaren om dat te kunnen doen. 

Die ‘hoe’, dat anders-denken dus, brengt ons terwijl het kompas navigeert, onbewust, op andere plaatsen dan. 

Nu dus op de afdeling filosofie in de bib. 

Waarom die afdeling?

Denken.

Dat ‘ander-denken’, denk ik.

Ik was/ben mezelf, nog steeds, als een stoornis aan het zien.

Niet alleen omwille van die trauma’s, maar ook omwille de maatschappij.

‘Ik’, sta, om het zo te zeggen, in ‘het handboek van de stoornissen’.

Het handboek dat ook de maatschappij hanteert om ‘de abnormalen’ te catalogiseren.

De afwijkenden, de zieken, de probleemgevallen…

Waardoor ik mijzelf, niet enkel door die traumatische achtergrond dan, zelf bezie en behandel als een probleem..

Als iets dat opgelost moet worden..

Iets dat niet mag bestaan.

Maar dus ook omwille van hoe de maatschappij nog steeds tegenover mensen zoals mij staat.

Om dat te proberen oplossen, om mezelf niet langer als een last te maken voor die maatschappij, bezie en behandel ik mezelf dus als een probleem.

Die fragmentatie, dat anders-denken, die hoogsensitiviteit en die hooggevoeligheid…, kortom alles wat ik is.

Wat dus eigenlijk los in de kaarten van die trauma’s speelt.

Van wat we kennen..

‘Zie je wel dat ‘mijn’ denken, voelen, waarnemen.. verkeerd is’….

Dat ‘ik‘ verkeerd is..

Ik vind het heel moeilijk om ons denken nog te delen..

Echt!

Met wie dan ook..

Het voelt echt als levensbedreigend aan..

Maar misschien ligt daarin wel de sleutel..

Al weet ik het niet zeker want ik heb weer zo goed als geen contact met mezelf.

Maar ‘ik’ kan maar proberen..

En anders…

Wel ja, anders nemen we er deze keer ook maar gif op in..

Veel erger kan dat echt niet zijn.

1v8_k_vdk©MMXXI

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *