21 December 2021
Waar te beginnen?
Waar te beginnen!
Bij de nutteloosheid misschien?
Dat de nutteloosheid van alles zó groot is geworden, zó allesomvattend waardoor ook dit schrijven eigenlijk totaal zinloos is.
Of misschien bij ‘de dood’.
Het vooruitzicht naar de dood.
De rust die het zal brengen, de onrust die daarmee gepaard gaat.
Er wordt veel nagedacht over ‘de dood’. Over sterven, ‘het’ sterven.
Het stoppen van alle bewustzijn, alle denken, al de neurobiologische en elektrische impulsen die ‘het zijn’ mogelijk maken.
Rust.
Niet dat er per se naar de dood wordt verlangd.
Dat niet.
Maar welk alternatief is er?
Leven?
En welk ‘leven’ dan?
Dat ‘leven’ dat we al vijfenveertig jaar doen?
Een ‘leven’ dat niet meer is dan een bestaan, een ‘zijn‘, een overleven.
Een schaduwleven.
Een diep donkere, eenzame, koude leegte.
-Het ‘leven’ van een vogeltje dat van bij de geboorte niet alleen verboden is van te vliegen, maar wiens vleugeltjes continu gebroken zijn om te verhinderen dat het zou vliegen. -‘Gewoon uit voorzorg!?- En waarom? ‘Gewoon’ omdat zijn omgeving niet in vliegen ‘gelooft’. Of zelf niet kan vliegen. Of omdat vliegen niet ‘past’ in hún niet-vlieg-wereld. Welk ‘leven’ heeft zo’n vogeltje onder zo’n constante dreiging? Wat voor een bestaan heeft zo’n vogeltje als het om te overleven al wat het is moet verwerpen? Verscheurt tussen al wat inherent aan ‘vogel zijn’ is, en de angst voor zijn ‘leven’ omdat het vogel is.-
De onrust die er nu heerst, het gevoel van verloren zijn, het gevoel van leegte alsof je in een vacuüm tussen twee werelden zit, biedt weinig alternatieven.
Dat vacuüm waar we nu in zitten, is het gevolg van de voorbije vier jaar.
Het gevolg van de hulpvraag die gesteld is.
Er wou zo graag geloofd worden dat het deze keer anders zou zijn. Dat de beloften die in die hulpverlening geuit worden –dat daar in alle veiligheid vleugels mochten uitgeslagen worden– waarheid was.
Maar het is niet.
Beloftes worden gebroken, met hetzelfde koude, meedogenloze gemak waarmee vleugels worden gebroken.
Meer zelfs nog, want blijkt dat net de hulpverlening de hoeders van ‘het normaal’ zijn.
De richtlijnen, het ‘norm-aambeeld’, waarop vleugels gebroken worden.
Er is altijd al veel nagedacht over ‘de dood’.
Over de rust die het zou kunnen brengen, de rust die het uiteindelijk zál brengen.
Maar waar er nu aan wordt gedacht, is de onrust over de mogelijkheid van vandaag of morgen ‘gewoon’ dood te vallen.
En dat als dat gebeurt, als dat nú, plots, gebeurt, dat dan, zoals altijd, alle onrecht onuitgesproken blijft.
En dat, zorgt mee voor onrust nu.
Een depressieve, gelaten onrust.
Verdriet.
Maar de zinloosheid, de mateloze nutteloosheid die voortvloeit uit de machteloosheid om tegen dat onrecht iets te kunnen ondernemen is gigantisch.
Het vacuüm waarin we terechtgekomen zijn net ómdat we dat geprobeerd hebben is levensbedreigend.
En er is geprobeerd. ‘Mijn god’ er is geprobeerd!
Er is de afgelopen vijf jaar zo hard geprobeerd.
Maar van zodra dat ‘dat vogeltje’ aanstalten maakt om zijn vleugeltjes uit te proberen strekken, omdat er gezegd wordt dat dat eindelijk mag, is die dreiging om die vleugels te breken weer daar.
En dat is niet ‘gewoon’ de angst van ‘het vogeltje’ dat spreekt.
Het is reëel. Die dreiging is reëel!
Beloftes zijn gemaakt, herhaaldelijk, en de moment dat angst overwonnen werd en vertrouwen werd gesteld om vleugels uit te mogen strekken, zijn ze, ondanks de verschrikt piepende smeekbeden, brutaal en genadeloos versplintert.
En de schuld..
Die werd weer, ja weer, zoals in heel dat bestaan, weer bij dat vogeltje gelegd.
Bij de vleugels van dat vogeltje.
-Je vleugels zouden niet gebroken worden als ze niet zouden bestaan, vogeltje-
En wat doe je tegen dat ‘normaal’?
Wat kán je doen tegen dat ‘normaal’?
Als alles gesmeed én gebroken wordt op een en hetzelfde ‘norm(aal)-aambeeld’, welk nut heeft het dan om nog iets te zeggen?
ᗪ𝒾∂เรᗪ𝔫ค©️MMXXI