Maandag, 21 februari 2022

03:00u

Paradoxale tijden

  • Ik werk mezelf tegen. Constant. 
  • Om mezelf niet langer tegen te werken, moet ik ‘mezelf’ tegenwerken. 
  • Om die aanhoudende dissociatie te proberen doorbreken doe ik een beroep op hulpverleners, maar net door de blinde halsstarrigheid van een groot deel van die hulpverleners geraak ik steeds weer dieper in dissociatie. 
  • Om uiteindelijk door te kunnen dringen tot mijn omgeving, moet mijn omgeving eerst zélf zijn ondoordringbaarheid beseffen. Zolang dat dat besef van ondoordringbaarheid bij de omgeving niet doordringt, zal ik nooit doordringen tot die omgeving. 
  • Om mezelf eindelijk echte waarde te kunnen geven, moet ik de ‘waarde’ die me gegeven is (en wordt) verwerpen. 
  • Om een levenslange, diepe, lege eenzaamheid en isolatie te kunnen doorbreken, moet ik afstand nemen, mezelf afschermen, oa van de interpretaties van anderen, en me uiteindelijk dus eigenlijk zelf voor een groot stuk isoleren. 
  • Om een thuis te kunnen bouwen, moet ik het huis dat me toegewezen is tot de fundamenten toe afbreken. 

In toenemende mate voel ik mij absurd schuldig en arrogant over mijn gedachten. 

Hoe meer ik lees, hoe meer ik graaf, hoe duidelijker het wordt dat wat er al heel mijn bestaan wordt gezien, ervaren en gedacht géén fantasie, géén waan en/of géén idiotie is, hoe meer er zich een absurd gevoel van schuldige arrogantie bij me opdringt. 

“Ik ben schuldig en arrogant”, wordt er gedacht. Gewoon al omdat ‘ik’ denk. Nadenk; en mij niet langer meer door anderen hun denken wil laten leiden. 

Ik weet het, het zijn ‘templates’. 

Geconditioneerde gedrags- en denkpatronen. 

Een soort computervirus dat alle ‘programma’s’ en ‘bestanden’ aanvreet en infecteert van binnenuit. 

Het is daar geïnstalleerd vóór enige fire wall, vóór enig antivirusprogramma en wordt zelfs niet als virus maar net als (deel van het) antivirus zelf beschouwd, of zoiets. 

Een programma, een geconditioneerde blauwdruk, software, geïnstalleerd binnenin de kern van een computer, als een soort van antivirus voor alle andere software in die computer. Als antivirus voor elke vorm van een ‘zelf’. Een zelfondermijnend en -saboterend programma. 

Ik kan niet zeggen hoe moeilijk het is om dat diep in de kern ingebedde programma, dat 45 jaar lang ál die ‘andere’ software en bestanden geïnfecteerd heeft, nog maar op te merken. 

Laat staan om er iets aan te kunnen veranderen dan. 

Hoe meer ik, door al wat ik lees en puzzel, overtuigd geraak van de helderheid van ‘mijn’ denken -daar ook nog eens bevestiging van zie en krijg in mijn directe omgeving, en zelfs empirisch bewijs van derden over krijg- , hoe heviger dat programma ‘aan het werk gaat’ binnenin. 

Hoe destructiever -en uiteindelijk dus voor een stuk ook zelf-destructiever- het wordt. 

‘Ik’ vecht, I kid you not, op leven en dood tegen mezelf. 

Omdat zelfvernietiging van het ‘ik’, zelfvernietiging van elke vorm van eigenheid, identiteit, waarde en/of bestaansrecht de blauwdruk is die bij me geïnstalleerd is. 

Een sub-programma waarop al de rest geënt lijkt te zijn. 

Paradoxaal genoeg is die zelfvernietigingsblauwdruk ‘volgen’ tot dusver de enige manier geweest om te kunnen overleven. 

Zelfvernietiging uit zelfbehoud.

En nu dat er uit alle macht getracht wordt om die geconditioneerde blauwdruk uiteindelijk ‘af te werpen’, om die niet langer meer te moeten ‘volgen’, wat voor een groot stuk ook een boodschap uit de omgeving is, wordt dat net langs alle kanten door die omgeving tegengewerkt. 

Het zijn echt paradoxale tijden, want in tegenstelling tot wat ze misschien impliceren zijn ze net paradoxaal genoeg verhelderend. 


-If, from birth, you continuously break a bird’s wings, it will loose the belief of flight, and it will learn to fear the use of its wings. 

But despite all efforts, it can never stop being a bird-

-ᗪ𝒾∂เรᗪ𝔫ค©️MMXXI- 

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *