Gisteren al, merkte ik het, zo ongeveer tegen het derde uur na de middag, dat er na wat eigenlijk best wel al een productieve dag was geweest, zeker vergeleken met de afgelopen weken en maanden, dat er zich een ongemakkelijkheid, een ongedefinieerde onrust, een zwaarwegend onbehagen over me heen begon te kruipen.
Als van een jeuk die net onder het huidoppervlak sluipt en onbereikbaar is voor gekrab.
Hoofdpijn, en moedeloosheid lieten me weten dat die immense zinloosheid me weer ruw te pakken had.
Een veelvuldig en heftig onderbroken nachtrust, verlammende lusteloosheid, medicatie tegen de migraineaanval.
Met het middaguur nog meer dan twee uren verwijderd van het moment waarop de drang tot coping zo groot, zo intens geworden is, giet ik mij een vol glas whisky in.
Nog even, denk ik.
Nog even.
Nog beperkte tijd wil ik proberen om de hand uit te reiken, contact proberen maken.
Nog even, maar niet lang meer.
Vreselijk genoeg sust die laatste gedachte ons meer dan wenselijk is.
ᗪ𝒾∂เรᗪ𝔫ค©️MMXXII