Zaterdag, 30 april 2022
06:12u
..
‘Ik’ zwalp nog steeds.
Schuif nog steeds in en uit die diepe dissociatie.
In en uit.. dat ‘functionerend functioneren‘.., dat ver van mezelf zijnde doen wat moet.. doen wat van ‘mij’ verwacht wordt.
Alsof je, als je die dissociatie als een spectrum waarin je in ‘beweegt’ zou bekijken, met langs de ene kant lichtgeel (licht in dissociatie) en langs de andere kant donkerrood (diep in dissociatie), probeert om richting lichtgeel te ‘bewegen’ op dat spectrum, maar toch steeds terug in dat donkerrood belandt.
‘Ik’ lijk niet verder te geraken dan een lichtoranje of een donkergeel, voor ‘ik’ weer, trillend als een naald, in dat uiterste van dat donkerrood schiet.
Alsof er, als je zo ergens halverwege dat spectrum belandt, elke keer opnieuw wel iets is dat heel ‘je systeem’, letterlijk en figuurlijk, compleet in ‘het rood’ doet gaan.
..
Ik heb hier ‘groen’ aan dat ‘spectrum’ niet toegevoegd.
Dat is heel bewust gedaan.
‘Groen’, zou op dat spectrum “niet in dissociatie” kunnen betekend hebben.
(Als in ‘groen’ = ‘veilig’; ‘rood’ = ‘onveilig’)
Maar ‘ik’ ben al zo lang niet meer in een groen geweest dat ‘ik’ me zelfs geen ‘groen’ meer kan herinneren.
In het spectrum van dissociatie waarop ‘ik’ verschuif is al lang geen ‘groen’ meer aanwezig.
Daar zijn ook fysiologische bewijzen van. (Metingen, testen en scans).
“Ik”, blijft constant in accuut alarm staan.
Constant in gevaar, constant in ‘rood’.
En ‘ik’ verschuif dan wel op dat spectrum -probeer dat toch- maar ‘ik’ ben nooit volledig uit die dissociatie.
..
Het grappige is, allé ja eigenlijk is dat helemaal niet grappig, dat ‘ik’ net in dat diep-donderrood doe alsof ‘ik’ in ‘groen’ zit.
Hoe ‘dieper’ “ik” in dissociatie verkeert, hoe minder dat het opvalt.
Des te dieper “ik” in ‘rood‘ zit, des te ‘groener‘ “ik” probeert te tonen.
Functioneren.. om niets te laten opvallen.
Het is niet alleen ‘ik’ dat dit zegt, het is ook professionelen ondertussen opgevallen.
Wat natuurlijk maakt dat het nog eens extra moeilijk wordt voor de buitenwereld om in te kunnen schatten hoezeer je ‘in’t rood’ zit.
Hoezeer je op’t randje balanceert.
Ik ben het zó beu!, dat mensen denken dat ze in mijn plaats kunnen denken.
Zo beu dat mensen hún denken op ‘mij’ projecteren.
Wéér ben ik zwaar getriggerd, halverwege dat lichtoranje.
Terwijl het ons al zo ONNOEMLIJK veel energie kost, gewoon al om uit de zwaartekracht van dat donkerrode zwarte gat te proberen ontsnappen in de eerste plaats..
Wéér door iemand die je ‘zou moeten kunnen’ vertrouwen.
Weer doordat ze hún denken op ons projecteren en ons dan beschuldigen en veroordelen op dat denken.
Een denken dat niet van ons is. Maar van hún.. van hún zélf!
…
Ik zou zo graag willen om die mensen dichter bij ons te krijgen.. maar die blijven ons maar in dat donkerrood slagen..
Al heel ‘mijn’ bestaan lang.
…
En elke keer opnieuw.. door niét te luisteren.. door hún denken en hún gedrag op ons te projecteren en óns daarvan dan te beschuldigen..
…
“IK” BEN DAT WERKELIJK ZOOOOÓ ONTZETTEND BEU!!!
…
Awel ja, .. heel jammer dan… maar ‘ik’ kán dat niet meer toelaten.
‘Ik’ WÍL dat ook niet meer toelaten!
Begrijp je dat?
‘Ik’ moét en zál uit dat ‘rood’ geraken!
Voor mijn kinderen.. en voor ‘mezelf’..
Al kost het me ‘mijn leven’.
En ‘ik’ sta het niet meer toe dat jullie mij nog in dat ‘rood’ slagen, ..voor júllie denken en júllie gedrag!
..
Dít, was de laatste keer!
ᗪ𝒾∂เรᗪ𝔫ค©️MMXXII