– If, from birth, you continuously break a bird’s wings, it will loose the belief of flight, and it will learn to fear the use of its wings –

𝒾เร𝔫

..
16/07/2022

Uren, die wel dagen lijken, heb ik al aan dit schrijven gepoogd. 

Dagen, die weken lijken, zijn we hier al mee bezig. 

“Ik” loop vast, blokkeer, begin opnieuw of probeer verder te gaan op wat er al staat. 

“Ik ben bang om iets te zeggen, bang om iets verkeerds te zeggen, om anderen onbedoeld te kwetsen ook… 

Dat is niet onze intentie.. dat is nooit onze intentie geweest..

Bang ook dat hetgeen dat we zeggen weer tegen ons gebruikt zal worden, of dat we weer belachelijk gemaakt zullen worden, uitgelachen, verstoten, gestraft…

Voor mij.. ons.. voor wie of wat wij zijn..

“Ik” ben op. “Ik” heb rust nodig. Rust om te proberen helen. 

“Ik” snap niet wat daar niet aan gesnapt wordt. 

Al snap ik wel -zoals ook mevrouw Vermeire zegt- dat wat ik toon, niet overeen komt met wat ik zeg. 

Als “ik” al iets zeg. 

Dat zég ik ook. 

Dat is één van die door trauma geïnstalleerde overlevingsmechanismen. 

Niks tonen. Niks zeggen. Doordoen!

Overleven!

Dat is wat ik doe. 

Dat is al wat ik doe. 

Dat is al wat ik ooit gedaan heb. 

– Amper een kilometer ver waren we als ik een steentje in mijn rechter bottine voelde. 

Het moest ergens onder de zool vastgezeten hebben en nu losgekomen zijn, want zoals altijd hadden we kousen en schoeisel daarop nagekeken voor we het aantrokken. 

Elke kleine oneffenheid merken we op, elk minuscuul steentje, graszaadje of zandkorreltje. 

Dat was belachelijk!, was mij heel mijn bestaan gezegd. 

Dat kon niet!, was mij altijd verweten. 

Niemand kon dat voelen!, was mij door iedereen geleerd; en dat ik ‘gewoon’ belachelijk was en aandacht wou en moeilijk wou doen…

Maar we voelden het toch. 

Welk en wat ons ook verweten werd (of het nu geuren, geluiden, beelden of licht was, of voelen -een minuscuul temperatuurverschil of een zuchtje wind, een aanraking-  of zoals nu dit steentje), we konden het niet “niet-voelen”; en daarom keken we alles altijd extra nauwkeurig na. 

Maar nu hadden we toch een fout gemaakt, iets over het hoofd gezien, en dit was groter. Geen “te negeren” zandkorreltje. Geen graszaadje “dat alleen maar tussen onze oren zat”. 

Hoe hadden we zo’n grote fout kunnen maken!? Hoe hadden we zo kunnen falen!? 

Was het de vermoeidheid? 

Had de brutale opleiding van het paracommando-corps ons toch zo uitgeput dat we een fout hadden gemaakt? 

Nee, dat kon niet! Dat mocht niet! 

Wij mogen geen fout maken! Onder geen enkele omstandigheid mogen wij een fout maken! 

Zouden we er iets van zeggen? 

Zouden ze mij dan belachelijk maken? Heel het peloton op mij laten wachten? 

Of misschien, door mijn fout, heel het peloton straffen? 

Het was ten slotte mijn eigen stomme fout. Als we die bottines beter hadden nagekeken, had dat nu niet geweest. 

Beter nog even wachten. Misschien was er straks wel een pauze. Of zouden we die 50km toch in één keer marcheren? 

De nacht had geen verkoeling gebracht en het kwik rees tegen achten al terug boven de twintig graden. 

Gepakt en gezakt met meer dan 35 kg op onze bult -een stormgordel van 11kg, het FNC aanvalsgeweer van 4 kg in de handen en een twintig kg in de rugzak- waren we onder de loden zon van de zomer van 1995 begonnen aan een lange dagmars. 

Elke stap liet het steentje zijn aanwezigheid voelen en met elke stap werden we kwader op onszelf. 

Hoe hadden wij zo kunnen falen!

Zweet had het steentje de eerste paar kilometer wat heen en weer doen schuiven, maar nog voor lang was het vast komen te zitten tussen de binnenkant van mijn laars en het kootje van mijn rechter dikke teen.

We zijn nog gestopt. 

Ergens halverwege ongeveer denk ik. 

Maar op dat punt was ik al zo kwaad op onszelf dat we het vertikten om onze bottine nog uit te doen, omdat het onze verdiende loon was. 

Ik had al lang gevoeld dat zweet niet het enige was dat onze voet in die bottine had doen schuiven als we ’s avonds bivak opsloegen.

In de schemering peuterde ik het steentje dat zich bijna tot tegen het teenkootje had genesteld met een mespunt uit mijn teen. 

Pas dagen later, als we terug in het opleidingscentrum in Wartet (Marche-les-Dames) waren, heb ik mijn teen, die ondertussen al ferm ontstoken was, laten verzorgen. 

Moeten, laten, verzorgen. 

Omdat er gemerkt was dat we daar naar liepen. Een beetje mankten. –

Weet u wanneer “ik” naar de dokter ga?

Als ’t al ferm te laat is. 

Weet u wanneer “ik” om hulp roep?

[…]

Als “ik” het kan vermijden.. zal ik het nooit doen. 

En als ik het gedaan heb.. omdat het niet anders kan.. omdat we niet anders konden.. zal “ik” er alles aan doen om het zelf terug te proberen ondermijnen en dus te vermijden. 

Dat wat “ik” nuhier, ‘vandaag’ doe.. is net dát 👆 proberen te vermijden. 

Hebt u enig idee van de angst die er in mij leeft!? 

De paniek en de chaos!?

De zelfhaat, de zelfverwijten.. de geïnstalleerde zelf-destructiviteit..

De minderwaardigheid.. de nietswaardigheid..

De totale waardeloosheid.. 

de bestaansrechtloosheid..

Om hulp te vragen, te moéten vragen, aan mensen, aan een maatschappij die “mij” al heel mijn bestaan in de steek laat..

Aan mensen, een samenleving die mij al heel mijn bestaan afstraft.. voor ‘mij’.. ‘gewoon’ voor mij..

Gewoon omdat “ik” een “beetje” anders is..

Hebt u enig idee hoe “op’t randje” we aan het balanceren zijn? 

(‘Ik’ betwijfel het want zoals de adviserend arts zei: “ik geloof niet dat gij uzelf iets zult aandoen.” En ze heeft gelijk. Zolang ik het kan zeggen heeft ze 100% gelijk natuurlijk)

En al wat ik vraag -al wat ik ooit gevraagd héb- is een beetje veiligheid.

Een beetje warmte.. een beetje bescherming.. een beetje geborgenheid..

Een heel klein beetje, als het enigszins kon, een beetje menselijkheid..

Meer niet. 

Rust. 

En waar we mensen of maatschappij ooit vertrouwd hebben dat ze dat gingen geven.. of daar gingen voor zorgen.. OMDAT ZE DAT ZEIDEN!

Hebben ze dat vertrouwen zo excruciating! beschaamd door ons dan figuurlijk en létterlijk te verkrachten.. dat ik mezelf niet meer vertrouw. 

U vraagt mij, dokter, wat die rust dan voor ons zou inhouden.. zou kunnen inhouden..

Veiligheid, denk ik, dokter. 

“Mijzelf”, mogen, zijn. 

Eens niet ‘constant over mijn schouder moeten kijken’ ..

Dat er eens even over ons gewaakt zou worden zodat we even, heel even maar, ruimte krijgen om eens te ademen.. snapt u?

Een kind, dat op een ladder klimt.. iemand die waakt.. het op zal vangen als het valt.. meer niet. 

..

Die constante druk.. die wurgende, verpletterende, vernietigende, versmachtende constante druk eens niet moeten voelen, begrijpt u?

Dat eens even, heel even maar, dié druk voor ons weggenomen wordt of tegengehouden wordt.

Zodat we eens even zouden kunnen ademen.  

Niemand hoeft voor ons te zorgen. 

Dat zullen we zelf wel doen. 

Hoe spijtig ook, als mens he.. we kunnen het niet meer verdragen. 

Sint Hieronymus was daarin de druppel te veel, weet u. Dat was het summum van heel ons bestaan https://www.didisdna.be/2019/09/16/in-de-kiem-gesmoord/

En dat in de hulpverlening. 

Dat is https://www.didisdna.be/2020/07/30/olympus-has-fallen/

Wij zijn zoveel zeer gedaan dokter dat we menselijk contact gewoonweg niet meer kunnen verdragen. 

Snapt u dat? Snapt u hoeveel zeer dat dat doet?

Snapt u hoe beschadigd u moet zijn, door mens en maatschappij, van dag 1 he, van uwen eersten ademteug he, door diegenen die voor u hadden moeten zorgen he, om als sociaal dier geen contact meer te kunnen verdragen.. terwijl dat het enige is dat je eigenlijk diep vanbinnen verlangt e.. warmte, veiligheid, geborgenheid.. misschien een heel klein beetje.. liefde? Of zoiets ..

De groep hè 😫

Snapt u dat!? 

En dat je dat zelfs van uzelf niet meer kunt verdragen. 

Dat je geconditioneerd bent om uzelf zodanig te haten dat elk aspect van uzelf u dwingt tot zelfvernietiging. Tot dissociatie. Tot vluchten. 

Diezelfde meedogenloze vernietiging –gewoon omwille van uzelf he, gewoon omdat je wat anders bent– die u te beurt gevallen is. Snap u dat?

En dat je jezelf riekt als een van die eerste schaamteloze overtreders van elke mensonterende grens die bij u is overgegaan. 

Begrijpt u dat “mijn eigen” lijfgeur mij triggert omdat in die geur mijn ouders, die eerste meedogenloze overtreders, wordt geroken?

Geen seconde heb ik rust. Nooit!

Die hoogbegaafdheid, mevrouw Jenné, die hoogsensitiviteit ook.. die, naar wat ik lees en hoor, nog eens in een extreem uiterste blijken te liggen ook.. 

Het zou een zegen moeten zijn als ik jullie zo hoor..

Maar dat is het niet. 

Niet voor ons. 

Het is een vloek. 

Een helse vloek!

Al heel ons bestaan is dat een vloek die ons door een hel doet gaan. 

Want we weten verdomd goed wat anderen nodig hebben. 

Een vloek die er al heel ons bestaan voor zorgt ook, dat mensen ons als een abominabel wangedrocht behandelen en meedogenloos afstraffen. 

In dat gezin, in school, in het dorp.. mensen, leeftijdsgenootjes..

Ons belachelijk maken, beschimpen.. en verstoten ook..

Ook nu weer. 

En al wat we verlangden, was een klein beetje rust, zodat we konden proberen om een beetje te helen. 

Voor ons.. en voor de kinderen..

15/07/2022

Heb aub allemaal even geduld én léés!

Het spijt mij als ik wat veel rond de pot draai. Ik probeer dat niet te doen. 

Het is uiterst extreem moeilijk voor mij om voor ons op te proberen komen. 

Om voor ons te proberen zorgen. 

Om onszelf waarde en bestaansrecht te mogen/proberen/kunnen/durven.. geven. 

Het is absurd moeilijk voor mij om deze mail te schrijven. 

Ik heb niet morgen een oplossing nodig, maar eigenlijk gisteren al. 

Ik weet het, dat is mijn eigen fout. 

Ik heb weer veel te lang gewacht. 

Maar is dat werkelijk zo?

Hoe lang ben ik al om hulp aan het roepen?

Hoe lang smeek ik al?

Hoe lang al.. luistert er ‘gewoon’ niemand?

Ik was gisteren (14 juli 2022 dus) op gesprek bij mevrouw Jenné en net als in het gesprek met meneer Van Ranst, Tom, was ik niet aanwezig. 

Ik ben al even -een dikke maand en half denk ik- totaal niet meer aanwezig. 

(Ik weet het, dat is dissociatie. En als je dat niet ‘hebt’, niet kent, is dat zó ontzettend moeilijk om te begrijpen. Onbevattelijk. En waar dat bij de meeste mensen met dissociatie een toestand van voorbijgaande aard is waar ze in- en uitschieten, is dat voor ons een continue staat geworden waarop we als in een spectrum verschuiven ..en we trillen nu in uiterste rood.) 

Dat is weer continu crescendo gegaan sinds een moment dat we een “puzzelstukje” vonden.. en dat waarde en bestaansrecht probeerden te geven. 

Voor ons -dat stukje dus ook- probeerden te zorgen.

Dat is zó levensbedreigend;  ‘ik’, is zó levensbedreigend voor ‘ik’, dat de noodzaak om daarvan te vluchten zo groot en zo intens is, dat het van levensbelang wordt. 

Dat is wat ‘ik’ ken, dat is wat ‘ik’ doe, dat is wat ‘ik’, op verschrikkelijke manieren, geconditioneerd is van te doen. 

Het is een diepgeworteld overlevingsmechanisme. https://www.didisdna.be/about/

Ik = gevaar voor ‘ik’ => ‘ik’ moet ten alle tijden vernietigd worden. (Dit is geen overdrijving.)

Maar dat ik niet aanwezig ben.. wilt niet zeggen dat we niet luisteren. 

En mevrouw Jenné zei gisteren –omdat ik het gesprek met meneer Van Ranst aankaartte en de paniek daarbij trachtte te verwoorden van de situatie waar we nu weer in terecht gekomen zijn terwijl we eigenlijk dringend, dringend rust nodig hebben– iets in de trend van dat het misschien niet is dat er niet getracht wordt van te begrijpen, maar dat de impact voor ons, de draagwijdte voor ons niet gevat wordt. 

Dat er dus misschien wel gepoogd wordt van te begrijpen hoe druk iets voor een ‘normaal’ hoogsensitief persoon al kan zijn, maar dat er niet gevat wordt dat het voor ons ondoenbaar en onleefbaar is. 

12/07/2022

In alle eerlijkheid: Een reactie op ‘mijn’ vorige mail was niet verwacht. 

Nu die er wel is gekomen, merk ik schaamte op. 

Onterecht (waarschijnlijk?), ik weet het, denk ik, maar toch..

Geen waarde of bestaansrecht hebben, nooit waarde of bestaansrecht gekregen hebben (integendeel zelfs), ..mezelf geen waarde of bestaansrecht kunnen geven..  https://www.didisdna.be/2021/09/24/bittere-tranen-van-machteloosheid/

“Ik” probeer..

“Ik” doe echt mijn best en probeer, maar ik weet het niet..

Hulpverleners zeggen ons wel dat we bestaansrecht en waarde hebben. 

Maar ik weet het niet. 

Ik denk dat ze gelijk hebben.. ergens.. maar ik voel het niet. 

Langs geen kanten. 

Ik ben geconditioneerd om mij emotioneel los te koppelen van alles en iedereen. Mezelf incluis. 

Ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen..  www.didisdna.be

Ik, (wij dus), ben te zeer in paniek en verkeer te diep in dissociatie om het gesprek met Tom Van Ranst als aangenaam te kunnen bestempelen, mevrouw de burgemeester. 

Al was het dat wel, ergens, denk ik.. Al was het maar om het vertrouwen dat niet vanuit een richting gegeven werd. Denk ‘k, ergens.. denk ‘k.. ⚙️

En danken we u wel -en dat ten zeerste van harte- dat u ondanks uw verlof toch de moeite genomen hebt om die mail te lezen en die ook nog eens met urgentie hebt doorgegeven aan meneer Van Ranst.  

Maar sorry e Tom, we zijn heel het gesprek nog steeds aan het verwerken en ik kan u de helse paniek, schaamte en chaos.. de haat over onze eigen kwetsbaarheid.. de verwarring over ons denken en ons voelen (emoties he, die er zijn en nooit mochten zijn en zo verwarrend zijn omdat we niet weten hoe of wat, wat we daar mee moeten of niet en die haten, ons haten, gewoon al omdat we er hebben.. “ gewoon” al.. omdat we bestaan)  en de frustratie met onszelf niet verwoorden.. 

Zó.. verachtend kijk ik naar onszelf. Zo diep is de verachting voor onszelf geïnstalleerd en geworteld dat ik mezelf haat voor al wat ik denk en voel, in die veelvoud van ons. 

En -en misschien zijn dat “mijn” trauma-reacties he- maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat er, mogelijks onbewust he, bepaalde insinuaties over ons gemaakt werden/worden die vanalles in alarm doen gaan.

Stom misschien he maar door bijvoorbeeld te zeggen “Ge zou eens wat naar klassieke muziek moeten luisteren” ipv eerst te vragen óf we überhaupt muziek luisteren en welke muziek dan, triggert ons op zoveel wijzen in verdediging dat we onszelf zó grotesk schuld geven voor ons eigen denken dat er enkel nog verachting voor onze eigen kwetsbaarheid over blijft. 

En haat voor onszelf, omdat we hulp gevraagd hebben. 

Wat dan nog eens bekrachtigd werd, ook onbedoeld waarschijnlijk, door te vertellen hoeveel mensen ‘voor zo’n zaken bij jou langskomen’. 

Te zeer waren we tijdens het gesprek bezig met vechten tegen onszelf, om niet constant te hervallen in automatismen om te voldoen aan verwachtingen. 

Schuldgevoelens verpulverden mij tijdens het gesprek omdat we toch probeerden aan te kaarten wat we nodig hebben. 

Schuldgevoelens verpulveren ons nu, omdat we iets voor ons gevraagd hebben. 

Probeerden van te vertrouwen..

En we probeerden zelf onze eigen nood te nuanceren. 

Dat het misschien toch niet zo erg is, dat ik me misschien ‘gewoon weer aanstel’..

En ik wou tegemoet komen aan uw .. ‘maar voor een paar maand’..

Maar nee. Ik kan niet. 

Ik mag niet!

Als ik dat nu weer doe.. als ik nu weer negeer wat ik nodig heb.. wat mijn lichaam uitschreeuwt.. wat elk deeltje uitschreeuwt..

Als ik.. om jullie te plezieren.. mijzelf weer probeer te vernietigen, aan te passen..

Hoe in godsnaam moet ik dan ooit herstellen??

En ik weet het.. het is mijn eigen fout he. Mijn fout dat ik zo lang gewacht heb voor ik iets zei. 

Ik heb geprobeerd. Ik heb echt geprobeerd. 

Terwijl alles in mij al schreeuwde ‘HEEEELLLLPPP!!!!’ bij het bezichtigen..

En daarna nog eens bij die plaatsbeschrijving..

En een uur.. een uur heb ik onszelf verplicht om daar toch naartoe te gaan om te kuisen..

En ik ben daar moeten gaan lopen..

Letterlijk en figuurlijk..

Dat is meer dan tien dagen geleden.. en ik moet hier waar ik nu woon weg..

En ik kan niet naar daar..

Een uur en ik was compleet maar dan ook compleet overbelast..

Begrijp je dat?

Niet meer in staat om te functioneren zonder zo diep in zelfvernietigende dissociatie te gaan.. begrijp je dat?

En die chaos, die paniek, die frustratie met mijzelf ook hebben de kinderen ook ondervonden. 

Die zijn mee dupe geworden van mijn niet meer kunnen functioneren en constant in alarm staan van de voorbije tijd die nog helemaal niet voorbij is en ik haat mezelf ervoor dat zij daar mee dupe van zijn. 

Ik kan niet naar daar. 

Dan kan ik mijne kop beter letterlijk op die steenweg leggen en hem laten platrijden, snap je dat?

Als ik mezelf nog enige kans wil geven kán ik mezelf niet weer negeren. 

Het kan niet!

Ik heb rust nodig! 

Rust! Snap je dat?

Het spijt mij echt maar ik kan dit niet. 

Als ik nu weer niet voor mezelf zorg stopt het. 

Ik laat mezelf al heel mijn bestaan in de steek, ik kan dat niet nog eens doen. 

En ik wil jullie niet om hulp vragen maar ik kan niet anders. 

Ik haat mezelf ervoor maar ik kan niet anders. 

Ik weet het ik vraag het veel te laat maar toch ook niet. 

Ik ben dat al vijf jaar aan’t schreeuwen maar niemand luistert gewoon en ik kan niet meer ik ben op. 

Snapt je dat?

Ik ben op!

Sorry da’k jullie lastig val

Echt sorry da’k jullie lastig val maar ik kan mij niet naar da appartement laten gaan

Met de beste wil van de wereld ik kan ons noch voor de kinderen noch voor ons zelf naar daar laten gaan

Alsjebleift! Laat ons geen derde keer in de steek

Ik ben op

Echt op

Wonden, vijfenveertig jaar constant wonden he!, hebben tijd en rust nodig om te helen maar er blijft maar aan mijn wonden getrokken worden; en er blijft maar in gepeuterd worden zodat ze geen enkele kans hebben om te helen. 

Zodat ook dokter Van Opstal, mevrouw Vermeire en mevrouw Jenné óók geen schijn van kans maken om ons te proberen helpen. 

En sorry da’k da zeg e.. maar ik denk dat jullie dat ook wel weten.. al twijfelt mevrouw Jenné nu op dit moment met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nog aan deze woorden.. maar het spijt me mevrouw, ook u maakt geen schijn van kans als wij niet tot rust kunnen komen.. wij werken nog niet lang genoeg met u samen en u ontmoet ons op een kruispunt die u doet twijfelen aan onze woorden nu.. maar geloof me maar.. als wij niet tot rust kunnen komen, maakt niemand -ook IK, mijn echte ik geen schijn van kans. En ik ben acht hé.

En dat heeft niets met uw capaciteiten te maken (of met die van Dr Van Opstal of mevrouw Vermeire of wie dan ook -en neen meneer Van Ranst, Tom, wij onderschatten niemand! Wij kunnen ons dat niet veroorloven om iemand te onderschatten. Dat heeft de geschiedenis, tot vandaag!, ons al wel duidelijk gemaakt), maar met vijfenveertig jaar fine-tuning van overlevingsmechanismen. 

En vergeet niet mevrouw, u weet uit eerste hand wat één hoogbegaafde aankan. Wat één creatief hoogbegaafd brein kan. 

En al is het fysiek niet zo, of u mij nu gelooft of niet, u staat tegenover een denktank die allemaal die kenmerk hebben, maar wel ook allemaal enkel in die permanente overlevingsmodus verkeren omdat we maar niet tot rust komen. En ik ben acht hé

En ondertussen wordt mij dan de tijd verweten. 

Dan verwijt de maatschappij mij dat wij tijd en rust nodig hebben om van die vijfenveertig jaar versmachting, vernietiging en versplintering te proberen herstellen. 

Want de laatste vijf jaar zijn allesbehalve al hersteltijd geweest hé. 

Vergis u niet he. Wij zijn in de voorbije vijf jaar amper of niet al aan herstel toegekomen he. 

Vandaag, deze mail, is in de voorbije vijf jaar misschien een eerste echte poging -ik zal het nog is herhalen: Poging!- tot herstel. 

Snap je dat?

Begrijp je dat!?

Vandaag, met deze mail, het aangeven dat het niet ok is voor ons dat er zoveel druk blijft gelegd worden vanuit de maatschappij om asap terug productief te zijn omdat het ons constant in overlevingsmechanismen duwt -wat de mogelijkheid tot herstellen de voorbije vijf jaar ook continu in de weg heeft gestaan, elke betrachting tot herstel ook constant gehypothekeerd heeft zelfs (en ja, ik begrijp hoe de maatschappij in elkaar zit en hoe mensen in elkaar zitten MAAR IK BEN NIET! ZOALS ANDERE MENSEN) – én dat het appartement dat ons toegewezen is niét ok is voor ons, dat we daar niet naartoe kunnen -en ja, door al in constante paniek en chaos te zijn hebben wij begin dit jaar nog eens extra in paniek gereageerd en zijn ook daar in overlevingsmodus ingegaan op zaken die NIET OK waren voor ons, da’s onze fout da’s waar.. en toch.. want ik heb dat toén EN twee jaar daarvoor -bij die eerste toewijzing die in extreme paniek is afgeslagen- ook al aangegeven, maar ook dan is er niet geluisterd- 

En ik wil niemand beschuldigen noch met de vinger wijzen want ik weet hoe moeilijk het is om met zoiets complex als “ik” te maken te krijgen. 

Met een adaptief en zelfregulerend systeem van overlevingsmechanismen. 

En ik ben acht hé!

Ik ben jonger dan mijn eigen kinderen nu zijn maar ik ben vijfenveertig volgens mijn kalenderleeftijd en moet voor hun zorgen. 

En voor ons. 

En ik weet niet wat ik moet doen. Weet niet hoé ik dat moet doen. En ik heb hulp nodig maar durf die niet toe te laten door hoe daar vernietigend is mee omgegaan in het verleden. 

En ik heb rust nodig. 

Dokter Van Opstal, mevrouw Vermeire, mevrouw Jenné, help ons alsjeblieft om duidelijk te maken dat wij rust nodig hebben. 

Dat we vijf minuten rust nodig hebben om te ademen. 

Dat we MOETEN herstellen. 

We zullen daarna wel terug productief zijn

We zullen daarna wel helpen

Maar nu hebben we rust nodig!

Mevrouw de burgemeester, meneer Van Ranst, Tom,

Help alsjeblief, voor mij én de kinderen, om voor tijd en rust te zorgen. 

Niet morgen maar vandaag! 

En sorry, vergeef mij alsjeblieft dat we het zo laat vragen. 

– But despite all efforts, it can never stop being a bird –

𝒾เร𝔫

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *