“Ik” denkT..

“Ik”, denkt na..

Over alles!

Elke seconde van elk moment denkT “ik” na.

Terwijl ‘k in ‘Voelen zonder Filter’ van de hand van Fleur van Groningen aan het lezen ben, schieten m’n gedachten alle kanten uit. 

“Ik” denkT na, over alles.

Over wat ‘k aan het lezen ben, over verleden, heden en toekomst..

Over die gedachten zelf; en over voelen.. gevoelens.. die van “mij” en die van een ander..

“Ik” denkT na over al wat ‘k niet ken, niet zie of niet weet.. niet aan denken kan..

Over trauma.. die trauma’s.. die me ook blind kunnen maken..

De valkuilen.. die traumasporen.. waarin we maar steeds opnieuw in terecht komen. 

Ons in vastrijden.. als in bagger.. als in drijfzand..

“Ik” denkT na over m’n woorden.. die soms hard zijn.. misschien soms té hard.. soms.. misschien.. nog steeds ..niet hard genoeg..

En “ik” denkT na over m’n denken..

Al dat.. allemaal tegelijk.. non-stop..

Denken..

“Mijn” denken..

M’n eigen denken.. dat altijd al zo anders is geweest..

Van zolang dat ‘k het al weet.. zó anders..

Zo anders dat ‘k daar nog nooit, bij niemand, echt aansluiting mee heb gevonden..

Waarvoor ‘k, zelfs in de kleuterklasjes al, met bestraffing en uitsluiting ben geconfronteerd…

Vóór dat denken..

Dóór dat denken..

“Mijn”.. denken..

M’n denken dat zo anders is dat het zelfs voor mezelf ‘levensbedreigend’ is geworden.. zegt m’n ‘kleuterbrein’.. conformeer!

Maar wat bedoel ‘k nu?

Wat is er nu eigenlijk dan zó anders in m’n denken.. waardoor ‘k zelf, al van heel vroeg, de indruk krijg dat al m’n denken zo anders is.. dat ‘k daar moet over zwijgen..

Laat ons beginnen met iets anders te zeggen:

“Ik” denkT niet zoals andere mensen, zoals we al probeerden te verwoorden in ‘bedenkelijk bedenkelijke gedachten’, maar “ik” is wél een lid van die soort Homo Sapiens.

M.a.w.: Ondanks dat ‘k in alle eerlijkheid én absoluut naar realiteit beweer dat al ons denken anders is dan dat van andere mensen, ben ‘k me er tevens terdege van bewust dat m’n denken net ook voorkomt uit, ..een uiting is van, ..beperkt is tot, ..voortvloeit uit.. het onweerlegbare antropologische bewijs dat ook “ik“ afstamT van en voortkom uit; en dus een lid is van ..dié diersoort, die valt onder de klasse van de zoogdieren, in de orde van de primaten, behorend tot de familie van de Hominidae in het geslacht Homo.. van de ondersoort Sapiens.

Homo sapiens.

Dát.. is “ik” dus.. óók..

M’n denken is dus, evengoed, verankerd.. in dié evolutie..

Van begin, ons ‘reptielenbrein’, tot nu, de prefrontale cortex. 

Dáárnaast, uitroepteken, ben ‘k me er ook van bewust, dat m’n denken ZÉÉR getraumatiseerd is. 

Zie maar naar ‘Olympus has Fallen’. 

Daarin, in die tekst, verwoorden we, naar realiteit, dat de geïnstalleerde angst, omwille van repetitief trauma, over ons denken ook, ons dikwijls, ter bescherming, van ons éigen denken doet afwijken..

En doet afglijden..

Vastrijden in..

Trauma.. sporen..

Anders gezegd: Een operante, bestraffende conditionering van ons denken heeft ertoe geleid dat “ik” MIJN denken, uit angst, probeer weg te duwen..

En zelfs probeer te ‘vervangen’ door: ‘Hoe zou de ander willen dat ‘k denk?’

Als een rat in een val die door operante conditionering, de bestraffing dus steeds veranderend in tijd, ruimte en frequentie, zijn eigen denken en instincten wegduwt en probeert te denken en zich probeert te gedragen als… een kat bijvoorbeeld.

‘Gekke’ vergelijking denkt u?

Wel nee, zo gek niet hoor..

“Ik” voelt zich dan ook bijna constant gevangen.. door mensen.. als een rat in de val.. omgeven door ‘katten’ die me willen ‘verslinden’.. als ‘k zelf niet denk en doe zoals die ‘katten’.. als ‘k zelf.. geen kat ben..

Miauw..

Als ‘k mezelf niet camoufleer als kat.. ben ‘k een vogel voor de kat.. zo leerde “ik”..

Want laat ons wel wezen.. kijk maar rond u heen..

Hoe gedragen mensen zich tegenover iets dat een ‘beetje’ afwijkt?

Juist! .. ‘Shoot first, then ask questions’. 

En dát, vanin de ‘kribbe’..

Tja, reken zelf maar uit hé..

“Gras is Groen”

Laat ons daar mee beginnen.

Want een fundamentele basis van ons denken ligt daarin verscholen. 

Let ook even op het woord ‘een’ dat voor ‘fundamentele basis’ is geplaatst. 

Want het is ‘een’ pijler, ‘een’ fundament.. en bijlange na niet ‘het enige’ fundament. 

Maar we moeten ergens proberen beginnen he. 

Trouwens, zelfs een paalwoning staat niet op maar één paal. 

Of ja, bij mijn weten toch niet. 

En al zeker niet bij ons. 

Dat is trouwens ook iets dat me steeds opnieuw blijft verbazen bij andere mensen.. hoe snel die een denken en een mening baseren op.. een wankel idee voor een paal alleen al..

Dus, vooraleer we zelfs maar kunnen begínnen..

Ons denken uitleggen, onze kijk op de wereld en de filosofie van ons denken proberen uitleggen..

Dan dienen we dus eerst kort uit te leggen waarom ‘gras groen is’. 

Kort, want m’n dagboek heeft ‘simpelweg’ niet genoeg pagina’s. 

De ontwikkeling van onze taal en de etymologie buiten beschouwing gelaten weet iedereen wat gras is. 

Hoe het eruit ziet, hoe het aanvoelt, hoe het ruikt.. enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten dan.. weet iedereen dus ‘wat gras is’. 

Alsof dat dat concept in ons oerbrein verankert zit weet iedereen, waar ook ter wereld, wat gras is. 

“Ik” is, bij mijn weten, nog nooit in Afrika geweest.

“Ik” heeft dus nog nooit savannegras gezien.

Toch ben ‘k er van overtuigd dat als ‘k ooit eens op een Afrikaanse savanne zou zijn, dat “ik” savannegras dan zal herkennen als ‘gras’.

Misschien zal ‘k verwonderd zijn over de hoogte van dat gras of over de stugheid..

Misschien zal ‘k zelfs zo verwonderd zijn dat ‘k zal twijfelen.. even..

Maar ‘k ben er vrijwel zeker van dat het concept ‘gras’ zo verankert zit in m’n brein dat, als puntje bij paaltje komt, dat ‘k het dan toch zal determineren als zijnde ‘gras’. 

Laat ons nu aub niet uitweiden over ondersoorten zoals bvb bamboe die, anders dan het ‘sprietjesgras’ waar ‘k op doel als concept om iets te proberen uitleggen, enkel op moleculair niveau door experts als ‘grassoort’ gedetermineerd kunnen worden he.

Gras dus, ‘sprietjesgras..

Waarvan een Afrikaner, die nog nooit een tot op de millimeter afgereden voortuin-gazonnetje in een Belgisch buitenwijkje had gezien, verwondert van zal zeggen: “Hey.. dat is gras!”

Dát gras dus. 

En daarmee dus dát globaal verankerd concept. 

Een concept dus. 

Als manier waarop wij de wereld rondom ons bepalen en structuren. 

Doorgegeven van generatie tot generatie. 

Concepten, die structurele bepaling van de wereld rondom ons, als structurele bepaling voor die uiting van ons denken: Taal. 

Geweldig toch!

Zo eenvoudig geniaal!

Simpele, abstracte begrippen die we in concepten kunnen gieten zodat we over heel de wereld rondom ons kunnen communiceren en iedereen verstaat ons nog ook. 

Wij, als diersoort, hebben dat zelfs zover weten abstraheren dat ‘k zonder het te moeten zien weet dat als iemand tegen mij zegt dat waar hij mee aan het spelen is een volume heeft van 4/3∏r3

Dat ‘k weet dat het concept waar het over gaat een bol is. 

Subliem!

En groen.. gras is Groen..

Als licht breekt, breekt dat in verschillende golflengtes. 

Als Hominidae zijn onze ogen geëvolueerd om een deel van die golflengten op te kunnen vangen. 

Die sublieme verschillen in golflengte die onze ogen registreren interpreteert ons brein dan weer als datgene wat we nu conceptueel ‘kleur’ noemen. 

Als een golflengte van 550 nanometer wordt geregistreerd, interpreteren wij dat dus als zijnde ‘groen’.

Waarbij ‘groen’ dus ook niet meer is dan een overeengekomen conceptuele bepaling om over een golflengte in het spectrum van dat gebroken licht die wij kunnen registreren en interpreteren te kunnen communiceren.

“Hey.. nee man, het licht dat van die bes weerkaatst heeft een golflengte van 550 nanometer en is dus nog niet rijp. Pluk die daar. Die bes weerkaatst een golflengte van rond de 700 nanometer. Die is ok. (En van die struik wisten ze dan dat die rijp en eetbaar was.. hopelijk). 

Groen dus, als registratie en interpretatie van de golflengte 550 nanometer. 

Nu, de meeste planten, gras dus ook, zetten in een chemisch proces dat wij nu fotosynthese noemen licht om in glucose (suiker), hun voedsel, hun energie. 

Dat is een beetje zoals zonnepanelen licht omzetten in energie. 

Om dat te kunnen doen maken planten dus een soort eigen zonnepaneeltjes aan die, zoals onze huid een beetje, over heel hun ‘lijf’ zitten. 

‘kWeet het, ‘k weet het.. het is een beetje simplistisch..

Maar die beperkte pagina’s van m’n dagboek he..

Het pigment dat planten in hun ‘huid’ hebben om dat chemisch proces, licht omzetten in glucose, te kunnen doen, noemen we Chlorofyl. 

Chlorofyl nu, ook wel bladgroen genoemd, absorbeert daarvoor, als zonnepanelen, alle golflengten van licht BEHALVE die rond 550 nanometer. 

Dié golflengte weerkaatst op chlorofyl. 

En dus, als wij naar een plant kijken die die golflengte van 550 nanometer weerkaatst maar al die andere golflengten absorbeert, dan registreren wij dus alleen die golflengte, ergo: ‘Groen’. 

Simpel hé!

Nu, de enkel zwarte en rode grassoorten buiten beschouwing gelaten:

GRAS IS GROEN. 

Dat weet ‘iedereen’. 

Nu, we komen er, gras is groen.. en dat is objectief!

Dat is duidelijk, dat is simpel en -alle nuances buiten beschouwing- dat geldt voor ‘iedereen’. 

Het is een objectief gebruik van voor iedereen gekende en geldende concepten. 

Dát, voor mij, is dé realiteit!

De aarde is rond, met een volume van 4/3∏r3, ronddraaiend om zijn eigen as onder een hoek van 23° en in orbit, op relatief vaste afstand gehouden door zwaartekracht en middelpuntvliedende kracht, rond een ster die door E=mc2 leven op deze planeet mogelijk maakt..

En gras is groen!

Nu, wat m’n denken dus zo anders maakt, wat ‘k dus al van kindsbeen af ervaar, een van die fundamenten van m’n denken dus, is het onderscheid tussen objectiviteit en subjectiviteit. 

“Ik” ben daar hypergevoelig aan. 

Elke afwijking, elk onderscheid, elke kleine nuance die afwijkt van die objectiviteit, op eender welk vlak en op eender welk gebied, of dat nu vanuit mezelf of vanuit de omgeving gegenereerd wordt, merk ‘k op. 

M.a.w.: Zelfs als kind al was ‘k me dermate bewust van alle socio-culturele invullingen die op die objectiviteit worden geplakt -en dat overal, over heel de wereld ook, verschillend- dat die (voor mij) de waarheid en zelfs de realiteit letterlijk en figuurlijk geweld aandoen. 

“Ik” merkte dat op, sprak dat uit.. en werd gestraft2.

Ofwel met geweld, ofwel met uitsluiting.. ook in het kwadraat.. 

Dus leerde ‘k zwijgen.. maar ‘k kon niet ont-opmerken..

Het is helemaal niet zo subtiel als ‘k nu zal zeggen (jammer genoeg), maar vertaald naar dat ‘gras is groen’ leven wij dus in een samenleving die ons van met de paplepel oplepelt:

‘Gras is LICHTgroen’. 

Dat die “licht-“ een subjectieve, socio-culturele invulling is, dát, heb ‘k altijd al opgemerkt. 

Maar ‘k ben zeer snel duidelijk gemaakt dat dát opmerken (en zeker daar iets van proberen zeggen) levensbedreigend is. 

Als je niet meeloopt met de kudde ben je voor mensen per definitie tégen de kudde. 

En als iedereen rondom jou die subjectieve, socio-culturele “licht-“ niet alleen als dé waarheid ziet maar zelfs als énige waarheid aanneemt.. 

Als iedereen rondom jou die subjectieve, socio-culturele invulling “licht-“ niet alleen als dé realiteit maar zelfs als énige realiteit beschouwd..

Die “licht-“ zelf bóven de eigenlijke objectieve realiteit ‘groen’ plaatst..

En je merkt dat op…

Tja… I kid you not… dan heb je hier een serieus probleem..

En het is vooral, denk ‘k, de onrechtvaardigheid die daarmee gepaard gaat die me zoveel parten speelt..


𝒾∂เรᗪ𝔫©️MMXXII

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *