Hey m’n allerknapste jongens,
Hoe gaat het met jullie?
Vandaag is het voor mij weer eens vroeg beddenbak.
Tegen valavond is het nog te koud om nog lang buiten te blijven zitten.
En morgen hoop ‘k ook eens vroeg uit de veren te zijn zodat ‘k op tijd in het volgende grotere dorp kan zijn.
Dan kan ‘k die andere brief die al geschreven heb hopelijk posten, want daar, zo zag ‘k, is een postkantoor.
Het is wel nog 15 km stappen tot daar en voorlopig gaan die kilometers nog steeds ferm op en af; en ga ‘k door die zware rugzak naar mijn gevoel maar traag vooruit.
M’n benen en m’n voeten vallen mee, maar ‘k heb redelijk veel last van m’n rug -tussen m’n schouderbladen van die operaties e- waardoor ‘k geregeld even moet rusten.
Een keer een goede rustdag zou me wel eens goed doen, denk ‘k.
Maar voorlopig heb ‘k zoiets nog steeds niet gevonden.
En het zou iets meer moeten zijn dan ‘gewoon’ een mooie kampeerplek.
Want voorlopig ben ‘k nog steeds te onrustig en nog te zeer in chaos om zonder afleiding ergens langer dan de nacht te blijven.