Hoi mannen,
Gisteren zijn we rond 10u terug vertrokken uit dat herbergje.
Dik de eerste 75 á 100 km vanuit Toulouse zouden vooralsnog door en in de omgeving van stedelijk gebied lopen.
Daarom is er besloten om de trein nog te nemen tot in Castres.
Het is koud en vochtig.
Een dikke witte mist die als een koud deken op de punten van de daken lijkt te rusten blokkeert al van bij aankomst in Toulouse bijna alle zonnewarmte.
Slechts af en toe priemen er eens wat zonnestralen door, maar niet lang genoeg om je deftig aan te kunnen verwarmen.
‘k Begreep van die uitbaters van dat herbergje dat er een abnormale koudegolf over heel zuid-Frankrijk aan het trekken is.
De sneeuwval van gisteren -in een regio trouwens die kampt met watertekorten door neerslagschaarste- bekrachtigde dat.
Het is zeker een abnormale koude voor deze regio, omdat ze net vochtig is.
Niet dus, dat het hier niet koud kan zijn in de wintermaanden, maar normaal gezien is het hier dan een drogere koude met veel zon.
Eind februari normaal zelfs al met dagtemperaturen rond de 15° graden zei die herbergier.
Ach ja, ‘k had wel graag eens een beetje meer warmte gehad na de nattigheid en kou van Namen tot Romily-sur-Seine, maar het is wat het is.
Het weer lijkt ons evenveel chaotisch van slag als wij 😅.
Ondertussen ben ‘k al dik 25km verder van Castres.
In Le Rialet meerbepaald.
Op 752m hoogte.
En hoogte.. is natuurlijk ook gelijk aan kouder.. en dat voel ‘k nog eens extra.
De temperaturen halen, met die koudegolf ook denk ‘k, overdag amper 2°C; en de nachten liggen of tegen of dik onder de min 5°C.
De kou vraagt voor de moment veel energie van ons.
Energie om te overleven; en de natuur biedt nog niet voldoende ‘energie’ om het energieverbruik te kunnen compenseren.
De luttele eetbare planten die ‘k al vind, stukjes schors of een ‘vergeten’ noot.. graven naar eetbare wortels of zoeken naar larven in dood hout.. wat ‘k vind is eigenlijk bijlange na niet voldoende om de verbruikte voorraden terug voldoende aan te vullen.
Zeker niet met de kilometers die ‘k doe.
Die vele kilometers die ‘k mezelf opjaag uit onrust en chaos.
Dus kruipt al m’n energie voorlopig nog steeds in dat overleven; niet in tot rust en herstel proberen komen.
‘k Moet toegeven dat het hals over kop moeten gaan lopen om nog te kunnen overleven ons wat in de problemen brengt hierdoor.
Niks van de kleren die ‘k meeheb -het weinige bezit dat we nog hebben- zijn eigenlijk voorzien (of bestand) tegen deze weersomstandigheden.
‘k Heb zo goed als alles over elkaar aan om niet al m’n lichaamswarmte te verliezen en nog meer energie te verspillen.
En voedsel… ach ja voedsel.. ‘k weet dat het niet zo is hé.. dat dat belangrijk is.. maar dat lijkt ergens wel het laatste van m’n zorgen.
Zelfs als ‘k een dorp passeer krijg ‘k er “mij” amper of niet toe aangezet om een stuk brood te kopen.
Het lijkt wel of we weer zo kwaad zijn op onszelf dat ‘k me dat amper of niet kan ‘gunnen’.
Slecht ‘voorbereid’.
Slecht voorbereid zijn is eigenlijk niets voor ons,
Normaal gezien zijn wij, zoals jullie wel weten, zelfs als we niet echt voorbereid zijn en totaal onverwacht ergens ‘inspringen’, toch nog steeds ergens ‘voorbereid’.
‘k Denk niet dat jullie kunnen zeggen dat als we eens ergens onverwacht naartoe gingen, dat we dan niet altijd ergens voorzien waren op de meest onverwachte omstandigheden.
Zelden of nooit, denk ‘k, waren we onvoorbereid op onvoorziene omstandigheden.
Wat, nu ‘k dat schrijf, misschien ook wel veelzeggend is over hoe we in de wereld staan!?
Hoe dan ook, slecht voorbereid zijn -Niét voorbereid zijn eigenlijk- toont ook wel nog eens hoe enorm die overbelasting door die constante overprikkeling in die Bremlaan effect op ons heeft gehad.
Onleefbaar!
En door de chaos en de paniek, de CRISIS waar we al ínzaten door de mentale shit waar we mee aan het kampen waren vóór die Bremlaan, is die Bremlaan -die constante onophoudelijke zintuiglijke overprikkeling, die overbelasting en die oververmoeidheid door niet te kunnen slapen- gewoon de druppel te veel geweest.
Met als kers op de taart natuurlijk hoe die gemeente en al die sociale diensten met ons en onze hulpkreten zijn omgegaan.
Wat uiteindelijk -dát, die Bremlaan; en hoe die gemeente en die sociale diensten met ons en onze hulpkreten wéér zijn omgegaan- WEER -uit noodzaak; uit overlevingsnoodzaak!- geleidt heeft tot de fucked up situatie waar we nu weer in terecht gekomen zijn.
Want ‘k kan dan wel -uit trauma ook hé- alles weer verbloemen door het veel romantischer en avontuurlijker en rozengeur en maneschijn te doen uitschijnen..
Door het zelfs te doen laten uitschijnen als ‘autonomie’…
Maar dat is het niet hé.
Absoluut! Niet! Hé!
Integendeel!
Heel die situatie -en zeker die ‘kers op de taart’- heeft ons weer diep in die traumawonden geschaad en ons kompleet in dissociatie -in overleven- in deze fucked up situatie geduwd.
We zouden wel eens wat ‘warmte’ kunnen gebruiken.
Helaas, zo vertelt de weersverwachting, blijft het al zeker tot na het weekend nog zo koud.
Ook, als we dit traject blijven volgen, lopen we nog 10 á 15 dagen op dit bergplateau op en af tussen de 500 en 1000m hoogte.
Dus het wordt nog op de tanden bijten en hopen dat maart een zonnetje met zich meebrengt die de wolken wat doet verdwijnen.
Maar ‘k vrees dat de kou me wat te veel aan het worden is.
Wat enorm moeilijk toegeven is.