06:34u

Nu ‘k zover ben om binnen een paar dagen weer te keren naar België merk ‘k een weerspannigheid op die me weer 180° wil doen keren.

Of die weerspannigheid echt uit onwil, opstandigheid of recalcitrantie is; of eerder een angstreactie, een reactie vanuit een van die ‘oude onaangepaste schema’s’, een copingstijl.. of ingegeven vanuit een van die ‘modi’..

Of zelfs het zich roeren van een of meerdere van die delen..

Hetzij ANP-delen, hetzij EP-delen..

Een overlevingsmechanisme..

‘k Weet het niet.

‘k Weet het allemaal niet.

Maar dat er iets of iemand(en) schreeuwt en aan me trekt om me op m’n stappen weer te doen keren mag wel duidelijk zijn.

M’n hoofd lijkt langs de ene kant op hol te slaan met bezwaren, argumentaties en discussies..

..en langs de andere kant me weer van alles weg te trekken in dissociatie.

“ik”, voelT me leeg.. en hol.. afwezig..

Alsof ‘k weer in een soort trance, in een soort cryogene slaap, door de ruimte zweef.

Niet in staat om te ontwaken of om me te bewegen, maar met m’n zintuigen wel wakker en bewust en hyper-alert alles opvangend.

Alles opmerkend, maar niet in staat om te reageren.

Want alles lijkt weer zonnestelsels ver weg van heel dat “mij” te gebeuren.

Of, zoals ‘k aan de jongens probeerde uit te leggen, dat “ik” ergens net boven de bodem van een diep, donker meer drijf/zweef met boven me een metersdikke ijsplaat.

‘k Zie “mezelf” -al is het eerder een ‘aanvoelen’ dat het dat ‘mezelf’ moet zijn, want het is onscherp en het gezicht heeft geen duidelijke ‘herkenbare’ trekken, niets echt duidelijk herkenbaars voor mij.. net zoals wanneer we in de spiegel kijken.. het is “gewoon” een weten dat “ik” het is, moet zijn.. zonder een echt gevoelsmatig ik-besef.. zonder echte connectie..

Maar ‘k zie dat ‘mezelf’ dus, in foetushouding, naakt en met gesloten ogen, ronddobberen in die diepte.

Alles -ook alles vanin dat ‘mij’- gebeurt buiten, ergens bovenop die ijsplaat.

M’n zintuigen zijn wel zo scherp, constant scannend op gevaar, en sterk, dat ‘k voorbij die ijsplaat tot in die diepte wel zaken gewaar word en oppik, maar toch ook ergens alles gedempt en zo ver weg van elk “mij”, dat zelfs áls ‘k in staat zou zijn van me te bewegen, dat er dan nog geen rimpeling tot aan die ijsplaat zou raken.

Laat staan daar voorbij.

Waardoor ‘k ook totaal geen controle heb.

En alles, echt alles van die diepte tot bovenop die ijsplaat, lijkt niets maar dan ook niets met een “mij” te maken te hebben.

Geen ik-narratief; geen ik-gevoel.. geen autonomie..

0,0

Zo diep gaat en zit die dissociatie.


𝒾∂เรᗪ𝔫©️MMXXIII

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *