Ergens een donderdag in april die, als ik wakker schiet rond 02:00u, is overgegaan in vrijdag de 16e.

Ik ben klaarwakker en ‘voel‘ me weer anders. Ik zet koffie, wacht tot die doorgelopen is en giet me een tas in.

De warmte van de aromatische drank dringt door de versteende beperking van de mok mijn hand in.

Stilletjes sluip ik naar buiten om de jongens niet te wekken. Die liggen nog zachtjes te knorren in de zetel.

Ik steek een sigaret op, slurp van de hete drank en merk de kou van de nacht op. Ik denk aan fietsen.. aan al de mails die ik nog wil versturen.. aan vader, moeder, en de schuld die we naar hun toe voelen.

Een schuld die ons wordt opgedrongen maar die we desalniettemin dragen.

Aan teksten die we nog willen schrijven, .. aan boeken om te lezen, .. aan tekenen en schilderen. Ideeën die we nog hebben om uit te werken.. maar waar we niet toe komen omdat we geïnternaliseerd hebben hoe er met ons is omgegaan.

Hoe er steeds met ons is omgegaan.

Hoe er nog steeds met ons wordt omgegaan.

En over hoe diep het in onze poriën zit, .. doordringt tot in het diepste van ons wezen, ..

en verkilt.

“Wat als we het zouden toelaten?”

Het zoemt al een paar dagen op de achtergrond.

Ik voel mij niet slim. Eerder dom. Ik ‘voel‘ mij echt aartsdom.

Dus waarom blijven die dat maar zeggen? Blijven die .. mensen.. dat maar zeggen? Dat we slim zijn. Slim en wijs. Intelligent.. en zelfs hoogbegaafd

(“Is dat om ons te paaien? Ons ego te proberen strelen? Te proberen om onze waakzaamheid te laten zakken? Ik vertrouw dat ‘zaakje’ niet. Waarom zouden die dat zeggen? Terwijl ons altijd net het omgekeerde is gezegd?”)

Ik geloof het niet. Geloof er niets van.

Ik ben een kind. Een klein, dom kind.

Een stom kind, dat niets kan en alleen maar aandacht vraagt.

Als we zo slim zouden zijn, zo ‘hoogbegaafd’, of zo wijs.. waarom krijgen we dan onze shit niet opgelost!? Waarom kunnen we het dan niet alleen!? Hebben we hulp nodig, veel hulp zelfs.

Ik snap alles! .. en tegelijk snap ik niets.

Snap ik helemaal niets. Voel ik me ook schuldig dat we nog proberen. Proberen om het te snappen. En proberen om een last van onze schouders te werpen.

Achterlijk!, .. Verachterlijk! ..

“Hoe dom doe je nu? Doe is normaal!” ; “Het trekt op niets!” ; “Zwijg!” ; “Laat dat!” ; “Oh, meneer denkt dat hij slim is of wat!?” ; “Zwijg!, denken moet je aan de paarden overlaten!” ; “Zit stil!” ; “Volgen!” ; “Zwijg!, dommerik!” ; “Nee!, je doet dit! Omdat ik het zeg!” ; “Zwijg!” ; “Denk je dat je het beter weet misschien!?” ; “Wat weet jij daar nu van?” ; “Ge gaat dat nooit kunnen!” ; “Hoe belachelijk is dat!” ; “Noem jij dat goed?!” ; “Buiten!, betweters horen niet in mijn klas!” ; “Het is zo omdat ik het zeg dat het zo is!” ; “Zet u maar vanachter, aan idioten gelijk gij wil ik mijn tijd niet verdoen!” ; “Als ge niet doet wat ik zeg dan ..” ; “Wie denk jij wel dat je bent!” ; “Jij bent niets!, hoor je me! Je bent niets en je kunt niets en er gaat nooit iets van je terecht komen!” ; “Dommerik!” ; “Omdat ik het zeg!” ; “Omdat ik hier sta, en jij daar!” ; “Doe maar ‘normaal’, das al moeilijk genoeg.” ; “Hier se, een nul! .. Juist gelijk gij! Een dikke, vette nul!” …

Door alle gedachten heen merk ik op dat er een idee wil worden uitgewerkt voor die serie schilderijen.

Mijn blik losrukkend van Cassiopeia en de grote beer ga ik weer naar binnen.

Voor ik naar boven ga kijk ik nog even naar de jongens. Mijn jongens, die nog steeds zachtjes liggen te ronken.

Ik merk de zwaarte van een schuld naar hun toe. De zwaarte van geen vader te kúnnen zijn.

Nu, omdat we zo in de knoop liggen met onszelf. Zoveel met onszelf bezig zijn. Mét onszelf bezig zijn.

Niet anders kunnen, omdat we ‘gecrasht’ zijn, maar nog steeds denken daar geen recht toe te hebben.

Maar ook de last van geen vader te mógen zijn.

Niet zoals we wel zouden willen.

Niet enkel dat eten geven, ..omdat het moet, ..tegen de honger dat komt ..en ze mee in dat keurslijf van de wereld kneden en duwen. Ze verdoven.. en mee in die dwangbuis wringen… dwingen.. Biep, biep, robotje..🤖

Hun persoonlijkheid, hun individu, de mogelijkheden voor hun zelfontplooiing verpletterend.. brekend.. aanvijzend in de bankschroef van de wereld ..

Ze verstikken en vastrijgen in dat victoriaans korset voor de geest. (‘Gewoon’, omdat een gevestigde orde bange oude piemels het wil.)

Steeds verder aantrekkend..

tot ze passen..

of breken..

of uiteenspatten..

… zoals met ons is gebeurd.

Een droefenis overvalt mij als ik de koffie in een thermos giet en naar boven ga.

Naar boven om te proberen..

Om toch te proberen die tekeningen uit te werken. Die tekeningen voor die schilderijen. Voor die serie die al even in onze gedachten zit.

Die niet goed genoeg zijn.. niets zijn.. belachelijk.. zoals wij.

Maar waarmee ik toch moet proberen.

Voor de kinderen.

Alle kinderen…

Om die schaamte, .. en die schuld… die zo diepgeworteld in ons wezen zitten.. doorgedrongen.. opgedrongen.. aangevezen en vastgeregen.. omwille van ons.. omwille van wie of wat wij zijn.. toch van ons af te proberen werpen.

En ik denk: “wat als?..”

Wat als we toch zouden proberen.. van toe te laten.. misschien af en toe.. om slim te zijn?

𝒾∂เรᗪ𝔫©MMXXI

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *