06:21

Hier gaan we weer.

Elke dag hetzelfde..

Ik minachtend mezelf voor de strop die ik rond mijn eigen nek leg en aantrek.

Raak gefrustreerd van mezelf.

Omwille van de dissociaties, de impasses, en het gezaag en gebleit daarover.

Over het proberen daar iets aan te doen maar mezelf steeds opnieuw terug te vinden in die gelaten zinloosheid.

Ik grijp mezelf vast, sleur me uit die hopeloze leegte en word misselijk van mezelf.

Minacht het onvermogen van mezelf om uit dat drijfzand te raken.

Lach met de pogingen die ik zelf onderneem.

Verwijt mezelf het falen, van elk van die pogingen.

Van geen succesverhaal te zijn.

Een nieuwe dag, een nieuwe poging, en ik voel de walging voor mezelf.

Voel de walging voor het dissociëren, het dissociatief functioneren, en de leegte die het met zich meebrengt.

Ik voel me een slecht kind.

Een slechte vader.

Een slecht mens.

Omdat ik enkel in die dissociatieve leegte kan functioneren.

En omdat ik daar maar steeds opnieuw in herval.

Maar ook.. omdat ik daar uit probeer te geraken.

Ik merk schuld en schaamte op.

Naar mijn ouders toe.

Mijn kinderen.

Elke andere mens.

Omdat ik zo mijn best doe om uit die dissociatie te geraken.

Zelf vindt dat mijn best niet goed genoeg is.

En mijn best ook niet goed genoeg IS.

Ik merk schaamte en schuld op voor het wringen, het worstelen.. om uit de ijzeren grip van die trauma-reacties te komen.

Om uit die door trauma geconditioneerde overlevingsmechanismen te raken.

Maar vooral..

Vooral.. OMDAT ik het probeer.

Ik merk vooral schaamte en schuld op.. ómdat ik het probeer.

Waarbij de reacties van de omgeving die schuld- en schaamtegevoelens enkel versterken.

Die trauma-reacties (dat dissociëren, die zelfminachting) maar steeds opnieuw aanwakkeren.

Ik doe alsof ik in ‘groene zone’ zit.. terwijl mijn brein in continue ‘alarmfase rood’ verkeerd.

Met een vinger op een knop voor zelfvernietiging.

Het proberen.. wel ja, het lijkt wel alsof er nog gekeken wordt of het tij nog valt te keren.

Maar dat het ergens tegen beter weten in is.

Als een soort uitstel van executie.

Waardoor ‘die vinger’ niet meer van die knop voor zelfvernietiging gaat.

Het is alsof het een gevecht is voor een brug.

Een laatste brug.

Dé, laatste brug.. tussen twee werelden.

Iedereen wil die brug behouden.. maar ook iedereen wil er controle over.

Het is al lang niet meer ‘de ene zijde tegen een andere zijde’.

Geen ‘leger A’ tegen ‘leger B’.

Het is gewoon vechten.

Vechten voor een brug.

Alles en iedereen door elkaar, ..met elkaar, ..tegen elkaar.

Met enkel stom toeval als bepaling voor ‘de zijde’ waarin je je bevindt.

En dat, zo lijkt het wel, onder het toeziend oog van ‘een derde’, overkoepelende partij of zoiets.

‘De partij’ met de vinger aan de knop.

Wachtend.

Op een staakt het vuren..

Maar klaar om die brug op elk moment op te blazen..

Als ook maar één partij dreigt te winnen of te verliezen.

En ja, ik zet ‘winnen en verliezen’ er allebei.

Want wat is winnen, en wat is verliezen, als alles verloren is.

didisdna@MMXXI

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *