Het komt me voor dat er, telkens wanneer er met een nieuw dagboekschrift begonnen moet worden -en dit de laatste 3 à 4 schriften, dat er dan enige terughoudendheid is om effectief aan die nieuwe schrift te beginnen.

Er gaan eerst even wat dagen voorbij tussen dat oude en nieuwe dagboek, vooraleer er daadwerkelijk in die nieuwe geschreven wordt.

Die algemene, existentiële zinloosheid speelt ‘natuurlijk’ een rol.

Die uit zich ook in het niet langer verzorgen van (of zorgen voor) een uitgewerkte titelpagina.

Maar het lijkt ook alsof een nieuw dagboekschrift eerst een bepaalde ‘resolutie’ moet inhouden, vooraleer daar daadwerkelijk in begonnen kan worden.

Alsof elk nieuw dagboek gepaard moet gaan met een ‘duidelijke stap voorwaartst’, vóór er ook maar één woord het blanco karakter van dat canvas mag beroeren.

Misschien, komt dat omdat er té veel focus wordt gelegd op de impasse waarin we verkeren;

er te wéinig focus gelegd wordt op de mentale progressie die we maken.

Dat eerste wordt absoluut ook uitgelicht en versterkt vanuit de omgeving.

In een materiële, individualistisch-collectieve wereld is dat ook zéér duidelijk zichtbaar.

In zo’n wereld -die ook alle waarde daaraan afmeet, niet zelden zelfs bestaansrecht- is het niet hebben van een eigen onderkomen, gevuld met al die onbeduidende materiële zoet-hou-drugs die eigenlijk niets betekenen, niet alleen iets dat in schijnwerpers geplaatst wordt, maar ook iets dat tot persoonlijke veroordeling leidt bij het ontbreken daaraan.

Ongeacht de achtergrond, ongeacht de context, ongeacht de feiten of wat dan ook: Het niet HEBBEN ervan, is een persoonlijk falen en een persoonlijke ‘fout’.

Ook die impasse dan, waar men ondanks al de inspanningen om eruit te raken in blijft zitten, is dan een eigen, persoonlijke schuld en falen.

En ‘k denk dat het ‘uitlichten’ daarvan, het ‘dat als een persoonlijke schuld en falen zien’, ook zeer sterk in onszelf aanwezig is.

Aangeleerd, meten we ook onszelf daaraan af.

Leggen we zelf óók focus op die materiële impasse.. en dus op ons persoonlijk falen.. en onze eigen, persoonlijke schuld.. in die context en maatstaven van die individualistisch-collectieve wereld.

En mogelijk is dát wat er ons dan van weerhoudt om, zonder een duidelijk zichtbare stap ‘voorwaarts’ dan, aan een nieuw dagboek te beginnen.

Want die mentale progressie, hoe significant ook, gaat uiterst traag, met super-kleine stappen én is voor de buitenwereld -die volledig en enkel gefocust is op die materiële zichtbaarheid- totaal onzichtbaar en (voor hun) bijgevolg compleet waardeloos.

Dus.. ‘k kan die dagboeken niet beginnen met: ‘Joepi! Zie ne keer! ‘k Ben geen dakloze meer.. dus heb ‘k nu toch niet een heel klein beetje waarde?

Nee! ‘k Moet die dagboeken beginnen met: Shit! ‘k Zit nog steeds in diezelfde zichtbare, materiële impasse.. waar ‘k dan lig over te ‘zagen’.. maar die dan niks meer is dan m’n eigen schuld en m’n eigen persoonlijk falen.

Waardeloos!

“Ik”, totaal waardeloos!

Wat er dan, denk ‘k, dus voor zorgt dat er zo moeilijk aan een nieuw dagboek begonnen wordt.

Maar kijk! Er is dus toch begonnen aan een nieuw schrift.

En misschien kan het een resolutie zijn om vanaf nu ook eens wat meer focus te leggen op de immense, veel waardevollere, mentale progressie die we maken.


𝒾∂เรᗪ𝔫©️MMXXIV

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *