Leg je gsm weg.

Een uur: dat valt nog mee.

Als het ding binnen handbereik en gehoorsafstand ligt.

Laat je gsm liggen en stap naar buiten.

Ga eens zonder naar de winkel bijvoorbeeld.

De weg is niet lang, slechts vijf minuten wandelen.

Een gevoel van een gemis, van iets vergeten te zijn, van niet compleet te zijn, achtervolgt je.

De vergroeiing met dat toestel is immens.

Sterk!

Je voelt je opgejaagd, zenuwachtig, gestresseerd en zelfs angstig.

“Wat als er iemand belde?”

“Wat als er iemand iets ge-sms’t heeft; gepost heeft.. en je hebt dat gemist!?!”

“God!, verbiedt dat je iets gemist hebt!”

Je spoedt je huiswaarts en controleert -voor het uitladen van je boodschappen- je appendix.

Niks.

Geen gemiste oproepen; geen gemiste berichten..

Geen wereldschokkende.. of persoonschokkende ..posts.

Je bent gerust gesteld.

Je kalmeert een beetje.

Controleert nog eens.

De boodschappen die in de koelkast en vriezer moeten steken nu toch al weg.

Misschien heb je daarom niet goed gekeken, omdat die boodschappen toch echt eerst gekoeld moesten worden, en heb je daardoor toch iets gemist.

Heeft niemand je dan nodig?!

Dat was een uur.

Misschien een uur en half, want het was toch lang aanschuiven aan de kassa.. vond je.

Hoe zou het voelen, om dat ding eens een halve dag achter te laten?

Of een hele dag.

Vierentwintig uur.

Dat zijn duizend vierhonderd en veertig minuten.

Zesentachtigduizend vierhonderd seconden.

Of zelfs meerdere dagen.

Hoe zou dat voelen?

Een week.

Of eens een maand.

Hoe zou het voelen, om jezelf terug los te koppelen van dat artificiële verlengstuk?

Die artificiële appendix van je brein.

Hoe zou de wereld daar mee omgaan, je omgeving, als je dat zou doen?

Als je dat zou dúrven doen!?

Een wereld die ‘gewoon’ is dat je continu bereikbaar bent via die appendix.

Een wereld die er vanuit gaat, verwacht, ja zelfs éist, dat je ten alle tijden ingeplugd bent in zíjn netwerk van artificiële connectiviteit.

Net zoals met depressiviteit -échte depressiviteit bedoel ‘k dan- zou dat niet geaccepteerd worden.

Niet geapprecieerd, niet geaccepteerd en niet getolereerd.

Je denkt misschien van wel he, omdat het met al die holle woorden wel gezegd wordt..

Maar neen!

Mis maar eens een e-mail..

Antwoordt maar eens niet..

Een dag, een paar dagen, een week..

Koppel je maar eens los.. van die artificiële connectiviteit.. en kijk eens hoeveel échte connectiviteit..

(wou zeggen: “over blijft”, maar ’t is zelfs dat niet)

Er eigenlijk écht.. IS!

Geen. Niks.

En dat is echt zoals bij depressie.

Zolang je nog antwoordt, reageert via die appendix..

Die artificiële connectiviteit niet verbreekt..

Wordt het nog ergens een beetje aanvaard..

Maar als die depressie proporties aanneemt die het niet langer mogelijk maakt om die illusie in stand te houden..

Slinkt elke tolerantie als sneeuw voor de zon.

Bovenop die depressiviteit dan, groeit nog eens een verpletterend schuldgevoel.

Omdat je niet in staat bent om te participeren aan die vooropgestelde en verwachtte reactietijd van die artificiële connectiviteit.

Echt, dat wordt NIET getolereerd!

Niet.

Als je jezelf uit die artificiële connectiviteit unplugged, om welke reden dan ook, wordt je onverbiddelijk ‘unplugged’ uit alle ‘real life’ connectie ..van mens en zijn maatschappij.

Slechts één bericht komt nog toe.

Unplug yourself!!


𝒾∂เรᗪ𝔫©️MMXXV

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *